De (echte) M-52 in de kleuren waarmee Whisky-Four in haar laatste jaar vloog. Naast de TVO op Woensdrecht. bezaten ook de meeste vliegbasis in Nederland enkele T-33's t.b.v. de basisvlucht. Ze werden gebruikt voor liet brengen en ophalen van gestrande vliegers, bijhouden van vliegvaardigheid van niet-opera- tionele vliegers en instrumentvliegen. De vliegbasis Eindhoven had veelal een zeven tal T-33s tot zijn beschikking, dit in verband met de daar gevestigde OCC. Tegen het eind van de jaren zestig veranderde weer het een en ander. Het was de bedoeling, dat de vliegbasis Woensdrecht zou worden gesloten, zodat de TVO in 1968 verhuisde naar de vlieg basis Twenthe. Nederland had, voor de vervan ging van de F-84F, gekozen voor de Northrop NF-5A/B en België voor de Dassault Mirage 5. Hierdoor bleek het niet langer mogelijk, de opleiding van vliegers te combineren, zodat er in 1970 een einde kwam aan de samenwerking. De RT-33's Ter voorbereiding op de komst van de R.F-84F, verspreiden de Amerikanen in het kader van het MDAP enkele RT-33's. Zo ontving 306 Squadron, op dat moment gestationneerd op Laarbruch. Duitsland, en nog uitgerust met de F-84E Thunderjet in augustus 1955 twee RT- 33As. Daar het squadron in die tijd uit achtien toestellen bestond, werd aan de RT-33's de squadronregistratie TP-19 en TP-20 toegekend. De vier camera s van de RT-33 bleek een hele verbetering t.o.v. die ene tiptank camera in de F-84E. Na ontvangst van de RF-84F vlogen alle 306-vliegers eerst enige trips met de RT-33s alvorens op de nieuwe toestellen te worden los gelaten. In 1957 ontving de KLu een derde RT-33A, een oorspronkelijk voor Turkije bestemd toestel, dat de registratie TP-21 ontving. 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1997 | | pagina 17