niet toe aanzet véél opdrachten te laten uitvoe
ren). "Morgen Toulouse", zegt Kapitein
Gavoille tegen mij; "het is jouw beurt".
Wat een opdracht! Sinds het begin van de
maand heeft het Amerikaanse High Command
gevraagd om het fotograferen van alle vliegvel
den in Zuid-Frankrijk om te ontdekken waar de
beruchte Heinkel 177's zich schuilhouden, de
schrik van de konvooien, zowel in de
Middellandse Zee als in de Atlantische Oceaan.
Men wenst dat alles voltooid zal zijn voor het
eind van de maand, echter, alleen Toulouse is
nog niet gedaan, tot nu toe ongenaakbaar van
wege het voortdurende slechte weer, ondanks
dat al 15 pogingen vanaf het begin van de
maand - 14 door de Amerikanen, 1 door de
Fransen - zijn ondernomen.
Eén andere poging is gedaan op de 25ste door
Luitenant Henry. Toen die bij zijn vertrek van
Corsica (tussenlanding, vert.) zag dat het pot
dicht zat is hij omgekeerd en naar Napels terug
gegaan omdat hij geen enkele kans had
Toulouse te bereiken en te fotograferen. "Ik
reken op je", zegt Kapitein Gavoille.
Twee uur voorbereiding met de Ops-officier
Kapitein Leleu, met mijn kameraad Henry, spe
cialist in de fijne kneepjes van de luchtfotogra
fie (wiens raad in die zaken door iedereen werd
gewaardeerd, zelfs door de Amerikanen), en de
Amerikaanse Luitenant Robison, onze
Inlichtingen-officier.
De 30ste, vroeg in de morgen: vertrek
onder een gesloten, laaghangend wolkendek.
Geen weer-informatie, de Amerikaanse Meteo-
offieier raadt me aan via Ajaccio te gaan om de
laatste berichten te krijgen. De P-38 #124,
gereedgesteld door de eigen monteur, Potier, is
er voor klaar. Alle monteurs, onze dappere
"mecano"s zijn er. Zoals bij elk vertrek voor een
opdracht zijn ze allemaal en altijd aanwezig,
ongeacht het uur van de dag.
Op 200 meter ga ik de wolken in: op 600 meter
vlieg ik boven een gelijkmatig wit tapijt dat zich
uitstrekt tot de einder.
Landing zonder problemen op Ajaccio dankzij
een blauw gat, ten Zuiden van de stad, als een
schoorsteen waarin ik in spiraal vlucht naar
beneden kom. Ik laat mijn trouwe "124" achter
in handen van de Technisch-officier van het
Amerikaanse steunpunt om 'm te laten bijtan
ken en ga naar de Meteo.
Bemoedigd door de Franse Meteo-officier die
me verzekert dat ik vandaag een kans heb
Toulouse te bereiken tussen twee fronten in,
stijg ik op tegen 11 uur. Op instrumenten vlie
gend vanaf de start en er deze keer niet in sla
gend een gat te vinden klim ik tot ongeveer
3000 meter in de regen, daarna in ijzel. Ik
betwijfel of ik er nog bovenuit kom en besluit
rechtsomkeer te maken, langzaam dalend om te
ontkomen aan een geduchte snelle ijsafzetting
op het koude vliegtuig, waardoor het toestel
zwaarder zou worden. Dankzij een opklaring op
het laatste moment, waardoor een botsing met
de heuvels aan de zeekant in de baai van Porto
wordt vermeden, kom ik weer binnen op
Ajaccio. Het is 12 uur. Er is niemand meer op
het Amerikaanse steunpunt.
Ik laat er mijn "124" achter en ga, te voet het
terrein overstekend, hengelen naar een uitnodi
ging bij de commandant van de Franse eenheid
ter plaatse, waar mij een zeer goede ontvangst
ten deel valt en waar ik de lunch gebruik.
De namiddag gaat voorbij met het bestuderen
van de weersontwikkeling voor de volgende dag,
want ik besluit de 31ste mijn poging te her
nieuwen.
De uitvoering op 31 januari.
Vroeg op. Ik ben op tijd gaan slapen in een
hotel in de stad, maar word tegen middernacht
gewekt door een ontzettend tumult; de aankomst
van een groep meisjes die hun kamers zoeken.
Vrijwilligsters die hier verzameld worden voor
dat ze naar de gespecialiseerde scholen worden
gestuurd. Ik kan niet meer in slaap komen en
ben óp bij het krieken van de dag. Na een licht
ontbijt ga ik naar het veld.
Op weg: Meteo: ik héb nog een kans om vóór
het Atlantisch front Toulouse te bereiken maar ik
22