de boerderij Guldemond gebaad en geschoren en schone kleren aangetrokken. Nauwelijk was ik hiermee klaar of er kwam een boodschap dat alle officieren Marine Stoomvaart Dienst bij de le officier moesten komen en ik was juist op het punt eens lekker een paar uur te gaan slapen. Tot onze grote ontsteltenis hoorden Hajenius, Beets en ik dat we een half uurtje naar huis konden om koffers te pakken en dan om 17.00 uur met een heel transport van de Marine kazerne naar Den Haag zouden gaan en vandaar naar een van de steunpunten. Ik geloof dat ik van 15.30 uur tot 16.15 uur thuis was. Mijn vrouw had bij het pakken van mijn koffer werkelijk aan alles gedacht zodat ik, geloof ik, het best toegerust naar de oorlog ver trok van iedereen. Het was fijn dat het zulk mooi weer was, waardoor ik een zonnige herin nering behield aan het gezellige "home", waar in ik niet zou terugkeren en dat vrij spoedig door mijn vrouw moest worden ontruimd. Toen we bij de Marinekazerne kwamen was daar nog luchtalarm. We moesten wachten op een man of 40 van "De Mok", die ook mee moesten. Natuurlijk kwam het bootje een uur te laat en toen moesten die mensen nog even naar huis om een koffertje te pakken. Bij de kazerne kregen we verbandpakjes, geweren, brood, koffie, kort om alles waarom we vroegen werd nu voor de eerste keer sinds "De Ruyter" vlot en zonder bon verstrekt. Eindelijk om half 8 vertrok de stoet van 3 autobussen en een vrachtauto. De autobus waarin ik zat, was ten dele gevuld met kisten mitrailleurs voor Fokker. Bij de Basculebrug achter de onderzeedienst stopten we om benzine etc. te laden. Daarna stonden we bij de Kooy een hele tijd stil, ver volgens bij de vlotbrug en zo ging het maar door. Het was heel gauw donker en er waren zeer veel versperringen en posten op de weg. Sommige weggedeelten waren al zover opengebroken dat men zei dat we er niet meer door konden. Het lukte echter toch nog over het fietspad. Het duurde uren voor we in Alkmaar waren. Even voor Alkmaar, ongeveer bij het slachthuis, moesten we een hele tijd wachten om een hele lange rij Bode Kruis vrachtauto's vol met gewonden te laten passeren. Die kwamen aan over de Afsluitdijk. Zo'n nachtelijk rit door al die versperringen met die geweldige vertraging overal was voor een gezond mens al een ver schrikking, laat staan hoe die gewonden gele den moeten hebben. In Alkmaar had een van de auto's pech en dat kostte ons een half uurtje. Daar zagen we een hele stoet mensen met koffertjes en dekens. Het leek wel of een zie kenhuis of zoiets werd ontruimd. Bij Heiloo zaten we nog een tijdje vast in een versperring en toen we te middennacht bij een versperring moesten wachten vielen zowel de chauffeur als ik in slaap. De overige sliepen al lang. Een sol daat porde ons en het duurde een minuut of 10 voor we de rest weer hadden ingehaald. Maandag 13 Mei 1940 (2e Pinksterdag) Vanaf Heiloo ging de tocht wel vlotter omdat er daarna veel minder posten waren. Er werd in het zuiden met zoeklichten geschenen en we konden af en toe motorgeronk horen. Even voor Zaandam moesten we nogal snel remmen. Hetgeen door de duisternis door de bus die ach ter ons reed te laat werd bemerkt zodat die met een flinke klap op ons in reed. Alle ruiten aan de achterkant stuk en van de andere bus was de radiator ontzet waardoor de ventilator aanliep. Dat gaf een goed kwartier oponthoud. In Zaandam ging ik met mijn bus linksaf naar de Fokkerfabriek. Dat werd een ellendige tocht door allerlei krikkemikken terwijl we om de 50 k 100 meter werden aangehouden. Om een uur of 2 waren we bij Fokker waar de kisten door personeel van de nachtploeg werden uitgela den. Van Fokker gingen we maar naar de IJpont die een extra rit voor ons maakte. Het was toen 03.15 uur en het begon al licht te worden. De andere auto's zouden bij de Hembrug op ons wachten. Toen we er kwamen, kregen we al dadelijk luchtalarm, want er zaten Duitse kisten o.a. boven het veldje bij de Fokkerfabriek te rit selen. We zaten toen een poosje in een diepe greppel. In de Haarlemmermeer zagen we op 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1997 | | pagina 13