NEDERLANDERS BEKOSTIGDEN
VUURSPUWERS VOOR DE R.A.F.
Uit solidariteit met het Britse volk, dat in de zomer van 1940 als enige natie de strijd
tegen Nazi-Duitsland voortzette, ontstonden met name in Nederlands-Indië diverse
spontane geldwervingsacties. Deze hadden ten doel om de Royal Air Force van zoveel
mogelijk nieuw vliegtuigmaterieel te voorzien. In deze acties, die zich weldra wereld
wijd onder alle vrije Nederlanders zouden uitbreiden, werd met name het Vickers
Supermarine Spitfire jachtvliegtuig als hét symbool gezien van de onverzettelijke wil om
eendrachtig met de Britten de democratische vrijheden tot het uiterste te verdedigen.
Materiële steun aan Britse
oorlogsinspanning
Eén dag na de Duitse inval in ons land werd in
het Koninkrijksdeel Nederlands-Indië het
"Steunfonds Nederland" opgericht. Doelstelling
hiervan was primair het moederland met alle
middelen hulp te verlenen in het weerstaan van
de Duitse invasie. Enkele dagen later ontstond
in de Oost nog een initiatief tot financiële steun,
dat gelanceerd werd door Engelse employé's,
die werkzaam waren bij enige in Indië gevestig
de handelshuizen. Ditmaal betrof het een actie
ten behoeve van de Britse regering om gelden in
te zamelen voor de aanschaf van Spitfire jacht
vliegtuigen. Na de bezetting van Nederland
kwamen al snel soortgelijke acties onder de
Indische burgerij op gang. Omdat eendracht nu
eenmaal in méér macht resulteert, kwam eind
mei een samenwerkingsverband tot stand tus
sen alle spontaan ontstane geldwervingacties en
het "Steunfonds Nederland". Sindsdien zette
het nu herdoopte "Koningin Wilhelmina-
Fonds" alle inzamelacties voort en kon al snel
het respectabele bedrag van 5 miljoen door
gezamenlijke inspanningen worden bereikt1.
Op 12 september 1940 maakte Koningin
Wilhelmina in een radiotoespraak tot de
Indische bevolking bekend, dat 40 Spitfires en
18 Lockheed bommenwerpers namens Neder
lands-Indië aan Koning George VI zouden wor
den aangeboden. Dit genereuze Indische
geschenk maakte in Engelse regeringskringen
diepe indruk. Niet alleen de gezindheid, die uit
dit gebaar sprak, kwam voor de zwaar beproef
de Britten in die donkere dagen van steeds
maar te incasseren tegenslagen in de oorlogvoe
ring tegen het Duitse geweld als een welkom
teken van bemoediging. De Indische geste,
zoals verwoord door Koningin Wilhelmina werd
door hen vooral gewaardeerd als levend bewijs
van saamhorigheid en bondgenootschappelijke
steun in een nog uitzichtloos schijnende strijd
om het behoud van vrijheid en democratie. Voor
de Indische burgers betekende dit geschenk
overigens een duidelijke keuze. Hoewel de
eigen defensie een urgente versterking behoef
de, moest niettemin naar aller mening voorrang
worden verleend aan onmiddellijke steun aan
de R.A.F. Maar al te goed werd beseft, dat
alleen een krachtig bewapend Verenigd
Koninkrijk uiteindelijk in staat zou zijn het
bezette West-Europa - en daarmee het moeder
land - van het Duitse juk te bevrijden2. Op 18
October 1940 overhandigde Prins Bernhard een
cheque ter waarde van 333,400.- aan de
Britse Minister voor Vliegtuigproductie Lord
Beaverbrook. Dit bedrag was goed voor de aan
schaf van 40 Spitfires. Nog geen drie weken
later kon de Prins het Ministerie voor
Vliegtuigproductie andermaal verblijden met
een cheque 323,377.-, waarvoor 18 Hudson
bommenwerpers konden worden aangekocht3.
Ontstaan van het Prins Bernhard-Fonds
Inmiddels was begin augustus 1940 in Londen
het "Prins Bernhard-Fonds" opgericht. Ont
staan op initiatief van o.m. vice-admiraal J.Th.
Furstner was dit fonds als centrale organisatie
voor alle geldwervingsacties binnen het vrije
Koninkrijk en daarbuiten bestemd. Doelstelling
18