tempo. De door het Fonds afgekondigde toezeg
ging, dat elke geschonken Spitfire de naam zou
mogen dragen van de stad, regio of instelling, die
hiervoor het benodigde geld had weten in te
zamelen, bleek een geweldig propagandistisch
effect te sorteren! Overigens moet hierbij worden
aangetekend, dat dit initiatief was overgenomen
van soortgelijke geldwervingsacties, die al enige
tijd in de Britse dominions, koloniën en protec
toraten aan de gang waren voor de aankoop van
z.g. presentatie-vliegtuigen aan de R.A.F. Dank
zij de grote offervaardigheid, die het "Spitfire-
Fonds" bij de inzamelacties ondervond, was in
october 1940 al geld voor zeven Spitfires bijeen
gebracht. Binnen een maand had Indië de R.A.F.
aan een half squadron van deze jachtvliegtuigen
geholpen. Een bijzonder initiatief was afkomstig
van de in Indië wonende Rotterdammers. Zij
organiseerden een collecte voor de aankoop van
een Spitfire, die de naam "Rotterdam" zou dra
gen7. In november bleek de animo om het fonds
te steunen zich onverflauwd voort te zetten. In
alle lagen van de bevolking werd gespaard of
werden "speciale potjes" gereserveerd.
Churchill's 56e verjaardag op 30 november werd
aangegrepen voor een speciale actie. Portretten
van de Britse oorlogsleider werden o.m. in de
handel gebracht, waarvan de netto-opbrengst ten
goede van deze actie kwam. Het eindresultaat
was verbluffend: liefst 35,000.- werd bijeenge
bracht, waarvoor nu zeven Spitfires konden wor
den aangekocht! In het felicitatietelegram aan de
Britse premier werd hem tevens verzocht deze
nieuwe aanwinsten voor de R.A.F. te dopen met
de namen "CERAM", "BATAVIA", "BAN
DOENG, "MERAPI", "SOEBANG", "TOBA" en
"O.A.B."
Laatstgenoemde Spitfire was bekostigd door de
Vereniging van Onderofficieren "Ons Aller
Belang". Medio december was de score opgelo
pen tot 23 Spitfires, maar nog diezelfde maand
kwam 38.000,- binnen voor de aankoop van het
24e exemplaar.
Hiermee had Indië dus de aanschaf van een
tweede squadron van twaalf vliegtuigen beko
stigd. In totaal had het fonds nu 874.000,- aan
giften en gaven ontvangen.
Steunacties builen Indië
Inmiddels had ook buiten Nederlands-lndië de
inzamelkoorts onder de wereldwijd verspreid
wonende en werkende Nederlandse staatsbur
gers toegeslagen. De eerst bekende financiële
verantwoording van het Prins Bernhard Fonds,
gedateerd 31 october 1940, geeft hiervan een
duidelijk beeld. Uit Canada, Chili, Cuba,
Mexico, maar ook vanuit Thailand, de
Verenigde Staten en Venezuela kwamen giften
binnen. Opmerkelijk was de offervaardigheid
onder het koopvaardijpersoneel, dat met name
in 1941 forse bedragen naar Londen overmaak
te. Bijzondere vermelding verdient ook het
eiland Curasao, waar vooral de daar wonende
oliegemeenschap zich van zijn goede zijde liet
zien. Het aldaar opgerichte "Dames Spitfire
Comité" bracht in korte tijd 5,200.- bijeen8.
Ook Suriname bleef niet achter. Collectes van
de in Paramaribo opgerichte onderafdeling
"Spitfire-Fonds Suriname" leverden begin 1941
een totaal bedrag van 38.000,- op. Hiervoor
kon precies één Spitfire worden aangekocht, die
prompt de naam "SURINAME" ontving1'.
Eén centraal Indisch Comité
Ondanks de uiterst welkome financiële steun,
die vanwege de overal ter wereld wonende
Nederlanders werd ondervonden, dreef de
Spitfire-actie toch voornamelijk op de uit Indië
afkomstige bijdragen. Teneinde tot een slagvaar
diger beleid binnen de Indische gemeenschap te
kunnen geraken, werd begin maart 1941 beslo
ten tot een fusie van het Spitfire-Fonds en het
Prins Bernhard Fonds. Het aldus ontstane
Centrale Comité onder leiding van Volksraad
voorzitter mr. J.A. Jonkman ging direct voortva
rend aan de slag10. De nieuwe fusie ontving de
aanduiding "Verenigde Prins Bernhard en
Spitfire Fondsen", dat in de wandeling al gauw
tot "de Verenigde Fondsen" werd afgekort.
Behalve voor de aanschaf van Spitfires werd nu
ook de mogelijkheid verruimd om de ingezamel
de gelden te bestemmen voor materieelaanko-
pen ten behoeve van de Koninklijke Marine en
Landmacht. Toch bleef de inzamelactie ten gun
ste van de R.A.F. nog steeds favoriet onder de
20