TECHNISCHE VERSCHILPUNTEN TUSSEN DE NORTH AMERICAN AT-6 "TEXAN" EN DE NOORDUYN AT-16 "HARVARD IIB" Alle bij de Legerluchtmacht Nederland in gebruik geweest zijnde Harvards waren van het type AT- 16. De registraties B-l t/m B-150 werden uit "U.S. War Surplus" aangekocht, de B-151 t/m B-2(X) werden met licentie in Nederland gereviseerd en gemodificeerd. De Noorduyn AT-16 was de Canadese versie van de (Amerikaanse) AT-6 "Texan". Vleugel In het hoekprofiel aan de hoofdligger (bevestiging centersectie) was het aantal boutgaten verschil lend, n.l. vijf bij de AT-16 i.p.v. zes zoals bij de AT-6. Ook bij het hoekrandprofiel waren de bout gaten voor de bevestiging van de centersectie niet gelijk in aantal. Roeruitslagen Bij de AT-16 was de bekabeling voor hoogte- en richtingsroer uit meerdere delen opgebouwd. Motor Bij de AT-16 was de motorbeplating aan stuurboordzijde verschillend; bij de AT-6 was rekening gehouden met eventuele plaatsing van een vaste mitrailleur. Tevens waren de z.g. beplatingdragers anders gemonteerd. Bij de AT-16 liep de verwarmingbuis buiten om de cockpit naar binnen; bij de AT-6 was deze via het brandschot naar binnen gemonteerd. Accu De ontluchtingsleiding voor de accu liep bij de AT-16 via de romp en achterzijde van de vleugel naar de romponderzijde. Bij de AT-6 was deze leiding aan het brandschot gemonteerd en liep via een glazen potje naar buiten. Cockpit T.b.v. van de achtermitrailleur was de achterkap bij de AT-6 overklappend gemaakt. Ballast Bij de AT-6 was géén bevestigingsstang voor het plaatsen van ballastgewichten aangebracht. Stand "Mixture control" Was bij de AT-16 "arm", bij de AT-6 "rijk". Wielonderstel 1 - De bedieningshandel voor het intrekbare onderstel was bij de AT-16 "down", bij de AT-6 daarentegen "up". 2 - De remschoenen bij de AT-16 waren dubbelwerkend uitgevoerd (met twee zuigers). 3 - Het waarschuwingssysteem was bij de AT-16 electrisch (voor en achter) en bij de AT-6 mechanisch (alleen vóór) uitgevoerd. 24

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1998 | | pagina 24