"MR. AIR NAVIGATION" In de Royal Air Force waren toen en misschien ook nu nog wel zoals bij ons aparte figuren, die nooit in de vergetelheid zullen raken. Een van hen was group captain Dickie Richardson, die veel ertoe heeft bijgedragen dat de luchtnavigatie bij de Royal Air Force serieus werd genomen. Dickie Richardson had na zijn middelbare school en universiteit allerlei jobjes aanvaard. Zo begon hij een 'business' van 'Fish and Chips shops', die men zou kunnen vergelijken met de hedendaagse MacDonalds, maar die hij door de malaise en gebrek aan kapitaal moest opgeven. In het begin van de jaren dertig heerste er grote werkeloosheid in Groot Brittannië, doch door de opkomende dreiging vanwege de opbouw van de Duitse strijdkrachten onder Hitier, besloot het Parlement tot herbewapening. Dat gaf vele jongelieden de mogelijkheid in de Royal Air Force te komen. Na een strenge medische keu ring werd Dickie in 1933 aangenomen en na een straffe, eerste militaire vorming en voorop leiding naar Egypte gestuurd om daar tot vlieger te worden opgeleid. In plaats van daarna terug gezonden te worden naar Engeland, werd hij ingedeeld bij 216 squadron. Dat was uitgerust met reeds geheel verouderde tweemotorige, dubbeldekker Vickers Victoria's. In 1935 kwa men de ook al verouderde en daarvan afgeleide Valentia's, die gebruikt werden voor verkenning en transport in Afrika. Hij vond beide vliegtuigen weinig denken aan een heuse 'aeroplaan', maar meer aan een zwaar sturend zweefvliegtuig met betrouwbare, maar te zwakke motoren. De Valentia had een staartwiel en remmen en was wat comfortabeler. De vlie gers zaten in een open cockpit met windscherm. Dat leek vooral bij het vliegen door zandstormen liefst zand naar binnen te trekken. De vreemdste opdrachten werden met de Valentia's uitgevoerd. Er werden vlagvertoonreizen mee gemaakt. Enkele keren werden opstandige groepen tot rust gedwongen door laag over hun dorpen te vliegen, of zelfs er te landen om het gezag te her stellen, waarvoor enige schoten in de lucht afdoen de werkten. Meestal werden troepen vervoerd; 22 man gewapende soldaten was het maximum. Een verhaal dat bijblijft is dat op een dag Dickie volbeladen met 22 infanteristen een motorstoring kreeg en hij hoogte verloor. Er was wel een landingsstrip in de buurt, maar die kon alleen met een lichter gemaakte Valentia bereikt worden. Derhalve werd de soldaten bevolen hun wapens en uitrusting overboord te gooien, hetgeen hun commandant een goed idee vond, zelf wat bang zijnde voor een crash. Aldus werd op de strip geland en werd aan de opge luchte soldaten de koers gegeven, waar langs was gevlogen. Na wat bekomen te zijn van de schrik en wat gegeten te hebben, marcheerden de soldaten af langs de door het vliegtuig gevolgde trek met goed reslutaat: al wat was buitenboord gegooid werd teruggevonden! De Valentia's hadden ook bommenrekken en gelukkig werden zij niet tegen een vijand van enige sterkte ingezet, want met hun logheid en verbazingwekkende kruissnelheid van 100 mph (=160 km/u) en als de motoren het volhielden maximum V van 140 mph (=225 km/u) zouden zij een gemakkelijk doel zijn geweest. Overigens, als die maximumsnelheid te lang werd gevlogen, begon de Valentia zich van zijn linnenbekleding te ontdoen. Maar dat was in die tijd geen bezwaar. Een bekleder nam een grote naald en dikke draad, trok de gescheurde doek einden weer naar elkaar, nam vervolgens een grote lap en een blik lijm, waarna de Valentia snel klaar was voor een volgende opdracht. Aldus vloog Dickie veel over Noord en Midden Afrika. Hij werd ook betrokken bij patrouilles langs de grens met Ethiopië, toen Mussolini de Italiaanse expansie op dat land had gericht. Navigatie werd gedaan, zoals de Royal Air Force toen gewoon was: huisjeboompjebeestje. Het probleem in Afrika was echter dat er niet zoveel huisjes, boompjes, maar wel veel beest- 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1998 | | pagina 21