naast genoot hij ervan tijdens anti U-boot
patrouilles de navigatie te doen.
Daarna volgde zijn benoeming tot chefnaviga-
tieofficier bij het hoofdkwartier van R.A.F.
Coastal Command.
Hij wist gedaan te krijgen dat op ieder squadron
een ervaren gekwalificeerde navigator werd
geplaatst en er op iedere basis liefst één met de
specialistenkwalificatie kwam.
Voorts wist hij veel tegenstand te overwinnen
door gedaan te krijgen dat de navigator
commandant van het vliegtuig kon worden. Dat
werd bij Coastal Command aanvaard, maar bij
Bomber Command niet. In dit opzicht toonde hij
grote bewondering voor onze Marine, die al lang
voor de oorlog zeeofficieren of koopvaardijoffi
cieren met het waarnemersbrevet sec als
vliegtuigcommandant aanstelde, een zaak die
ook nu nog gemeengoed is en heeft gezorgd dat
zij ook commandant van een squadron kunnen
zijn.
Richardsons grootste taak werd echter het ope
ratieplan te maken voor de anti U-boot
verkenningen in verband met de invasie van
Normandië. Hij beweerde alleen maar opper
vlakkige ideeën daarover te hebben en gaf alle
eer aan een jonge briljante squadron leader
Perry.
Die had hij gezegd zich op te sluiten, een natte
handdoek om zijn hoofd te binden en pas terug
te komen als hij een oplossing had de U-boten
en MTB's en andere schepen te neutraliseren.
Iedere 30 minuten moest een deel van de
Western Approaches en Hel Kanaal, groot
50.000 vierkante zeemijlen, gedekt worden
door vliegtuigen. Als die dekking ver strekkend
en intensief kon worden gegeven, was de kans
voor een U-boot, zelfs uitgerust met een snuiver,
zeer klein door te breken.
Voor deze opdracht waren 60 squadrons van de
R.A.F., Fleet Air Arm, USNavy, USAAF, geal
lieerde en Gemenebestlanden beschikbaar.
Daarvan opereerden 25 vanuit bases in Zuid-West
Engeland. Voorts kwamen een paar squadrons
Mosquito's en Beaufighters beschikbaar om bij
oproep oppervlakteenheden aan te vallen.
Perry kwam na een paar dagen opgetogen terug
met een tot in detail minitieus opgesteld plan
dat met enkele kleine wijzigingen door de geal
lieerde top werd goedgekeurd.
Via Ultra, waarmee de Duitse codes werden
gebroken, zouden zo'n 170 U-boten beschik
baar zijn. In welke operationele conditie zij
waren werd niet gemeld. Een deel kwam uit de
Oostzee en Noorwegen rond Schotland richting
Frankrijk. 51 werden onderweg verkend en aan
gevallen, 18 werden tot zinken gebracht, 9
zwaar beschadigd.
Op DDay kwamen 40 U-boten uit hun schuil
plaatsen in Frankrijk. In de eerste vijf dagen
werden 23 aangevallen en 6 gezonken, andere
beschadigd. Eén vliegtuig zonk in 20 minuten
twee U-boten. In totaal werden 35 U-boten
tegen midden juli 1944 tot zinken gebracht, 26
beschadigd, zodat die dreiging nagenoeg ten
einde was.
Doordat de U-boten het toen tegen vliegtuigen
met luchtafweer wilde uitvechten gingen daar
door 45 vliegtuigen verloren, terwijl 24 vliegtui
gen door slecht weer of andere redenen niet
terugkwamen.
Slechts enkele, met snuiver uitgeruste U-boten
wisten tot bij het invasiegebied door te dringen,
zodat 9 geallieerde schepen tot zinken werden
gebracht, een fractie van het totale aantal dat
aan de invasie deelnam.
De genoemde getallen liggen lager dan die van
Ultra. Dat komt omdat Ultra ook in reparatie of
in aanbouw zijnde U-boten meetelde.
Het succes van deze operatie bracht diverse
onderscheidingen, ook voor Dickie. Hoe hij ook
vocht voor een onderscheiding voor squadron
leader Perry, die werd hem onthouden. Alsnog
gaf Dickie niet op.
Uiteindelijk kreeg Perry een tevredenheidsbe
tuiging, een linea recta belediging, noemde
Dickie het, zeker omdat er in die tijd met plak
ken ten rechte en ten onrechte werd gestrooid!
Dickie ging in september 1944 naar R.A.F.
Shawbury, om daar de Empire Air Navigation
School op te zetten, waar onder andere een
Specialist Navigation Course nieuwe stijl moest
worden georganiseerd.
De Spec N. moest officieren vaardiger maken
24