DE VICKERS WELLINGTON,
EEN UNIEK WERKPAARD
Een Wellington in de vlucht.
De Wellington stond in de RAF en daarbuiten beter bekend als de WIMPEY. Niet zoveel
Nederlanders hebben ermee gevlogen. Enkelen maakten met de Wimpey kennis bij een
Operational Training Unit (OTU) als voorbereiding om op viermotorigen te gaan vlie
gen. Schrijver dezes vloog ermee tijdens een paar cursussen.
Na de oorlog is het toestel nog geruime tijd in dienst geweest.
In 1932 gaf het Air Ministry opdracht een twee-
motorige bommenwerper te ontwikkelen, die met
een lading van 2 ton bommen een groot deel van
West Europa moest kunnen bestrijken.
Constructeur Wallis, later bekend door de ont
wikkeling van de 12.000 en 22.000 lbs bommen
en de 'dambusters'-bommen, was ook bij het ont
werp betrokken. Hij had al baanbrekend werk
gedaan bij het ontwerpen van luchtschepen,
waarvan de laatsten waren voorzien van een geo
detische constructie. Dat systeem werd ook op
de Wimpey toegepast. De romp, vleugel en
staartvlakken bestonden dus uit een aluminium
gevlochten en verstevigd, zeer robuust 'vlecht
werk' dat al eerdere toepassingen had gevonden.
Wallis wist het productieproces te vereenvoudi
gen. Het was licht van gewicht en bleef zelfs na
een zware crash intact. Nadat romp, staart en
vleugel zo waren gebouwd, werden die bekleed
met een sterke soort linnen.
Het eerste prototype vloog in begin 1936 met
Bristol Pegasusmotoren van 1000 pk. Het toe
stel bewees meteen een succes te zijn en zou
naast de Whitley van Armstrong Whitworth en
Handley Page Hampden het RAF Bomber
Command veel meer slagkracht geven. Van de
drie toestellen bleek de Wellington de meest
veelzijdige.
Er werden in de 23 versies van de Wimpey ook
andere motoren ingebouwd, de meeste met de
Bristol Hercules luchtgekoelde schuifklepmotor
(i.p.v. de gebruikelijke kleppen met stoters
waren er schuiven met poorten, waardoor het
aantal draaiende delen geringer was en de
motor een naaimachineachtig geluid weergaf).
Ook waren er met Pratt Whitney Twin Wasps
17