geldige papieren af te wachten en vertrokken op 15 februari 1943 illegaal naar Frankrijk. Met Van Overvest werd af gesproken dat hij later met een teamgenoot zou trachten dezelfde weg te volgen. Via Spanje arriveerden beiden in Lissabon. Door zijn relaties bij de KLM duurde het slechts enkele dagen alvorens ze per DC-3 op 8 mei 1943 naar Bristol konden vliegen. In Engeland aangekomen werden beiden eerst ondervraagd in de zogenaamde Patriotic School. Bosch verbleef daar ongeveer zeventien dagen.12 Zoals iedereen werd ook Bosch grondig gescreend. Zo werd hem onder meer gevraagd wat voor soort bomen er in de leplaan in Den Haag te vinden waren... Sandberg zag een langer verblijf in Engeland niet zitten en koos voor deelname aan de strijd tegen Japan. Hij reisde door naar de Verenigde Staten waar hij bij de Royal Netherlands Military Flying School (RNMFS) te Jackson zijn waarnemersbrevet kreeg uitgereikt. Als vlieger-waarnemer diende hij vervolgens vanaf september 1944 tot het einde van de oorlog bij het 120ste Squadron van de ML-KNIL.13 In dienst bij de RAF Jan Bosch verkoos een verblijf in Engeland boven de weg die Sandberg volgde. Snel na zijn vrijlating uit de Patriotic School nam hij contact op met Majoor Ir. J.P Berdenis van Berlekom van het Bureau Luchtvaart van het Ministerie van Oorlog in Londen. Deze maakte voor hem de weg vrij voor toetreding tot de RAF. Op 3 juli 1943 werd hij gedetacheerd bij de RAF Volunteer Reserve. Een eerste kennismaking met de RAF vond plaats in het Aircrew Receiving Centre te Abbey Lodge, Londen. Omdat Bosch in het bezit was van het Groot Militair Brevet én beschikte over oorlogserva ring werd een cursus bij de elementaire vlieg- school overbodig geacht. Hij werd dan ook geplaatst op een zogenaamde Refresher Course te RAF Caistor. waar werd gelest op de tweemotorige Airspeed Oxford. Op grond van zijn leeftijd, hij was op dat moment 28 jaar, werd hij te oud bevonden voor de voortzetting van zijn loopbaan als jachtvlieger. Aanvan kelijk was dit een grote teleurstelling voor hem. Zijn collega Bob van der Stok (geboren 30 okto ber 1915) was in 1941 immers wèl opgenomen in RAF Fighter Command. Later, toen hij eenmaal op Mosquito's operationeel vloog, kon hem dit nog maar weinig deren. Vervolgens ver bleef hij van eind oktober 1943 tot het einde van hetzelfde jaar op het RAF College in Cranwell alvorens te worden overgeplaatst naar No. 12 (P) Advanced Flying Unit. Hier werd naast de Oxford, ook gebruik gemaakt van tie Bristol Blenheim. Begin juli 1944 begon Bosch aan de laatste fase van zijn vliegopleiding bij de RAF. Bij No. 1655 Mosquito Training Unit. gestationeerd op de vliegvelden Warboys en Wyton, werd hij omgeschoold op het 'houten wonder*.14 Eind juli 1944 achtte de RAF hem voldoende voorbereid voor een operationeel avontuur en werd hij overgeplaatst naar No. 139 (Jamaica) Squadron, dat deel uitmaakte van de zogenaamde Pathfinder Force. Deze strijdmacht werd in het leven geroepen om enerzijds de route naar het te bombarderen doel op bepaalde punten met lichtkogels te marke ren en anderzijds het doel zelf met zogenaamde Target Indicators (TVs) te verlichten. TIs waren sterk lichtgevende flares van allerlei kleuren die ongeveer tegelijkertijd met bommen werden afgeworpen. Op deze Target Indicators mikten de bommenwerpers van de zogenaamde Main Force, die iets later boven het doel arriveerden, hun bommenlast. De implementatie van de Pathfinder Force had plaatsgevonden in het voorjaar van 1942. De grote stimulator achter deze ideeën was Group Captain S.O. Bufton. DSO. DFC. Hij onder kende in deze fase van de oorlog als één van de weinigen het belang van nauwkeurige navigatie als voorwaarde voor het succesvol bombarderen van een doel. Hoewel absoluut geen voorstander van deze ideeën omdat hij tegen iedere vorm van het creëren van een 'elite corps* was, werd de bevelhebber van RAF Bomber Command Air Chief Marshal Arthur Harris, door de Combined Air Staff (CAS) min of meer gedwongen de plannen van Bufton te realiseren. Op 15 augustus 1942 werd de Pathfinder 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1998 | | pagina 9