werp. Daardoor kreeg de Halifax vier Rolls Royce vloeistof gekoelde Merlin motoren van ca 1200 pk waardoor het afvlieggewicht aanzien lijk toenam. In september 1937 werd een order geplaatst voor 100 toestellen. Aldus werd na intensieve proefvluchten en wat eerste tegenslagen bij de productie de Halifax I operationeel, het eerst in de nacht van 11 op 12 maart 1941. Het toestel had 2 x 7,9 mitrailleurs in de neus, een rug- en staartkoepel met vier van dergelijke mitrailleurs. Bij sommige werd aan ieder boord achterin een mitrailleur extra gevoerd. Maximum bommenlast was 5000 kg. bij een actieradius van ca 1200 km. Ook nieuwe bom men van 4000 lbs en mijnen konden worden meegevoerd. De bemanning bestond uit één of twee vliegers, een navigator, een bommenrich- ter/schutter, een mecano, een telegrafist en twee schutters. De stevige, zelfdragende metalen constructie gaf de Halifax een groot incasseringsvermogen en bood mogelijkheden tot verdere ontwikkelin gen. Zo werd de spanwijdte met ruim een meter vermeerderd, het maximum afvlieggewicht nam toe naar 30+ ton en werd de maximale bom menlast vergroot tot 6 ton. Ook kwam de H2S radar en de Gee radar voor plaatsbepaling in de Halifax. De H2S werd gebruikt voor navigatie en massabombardementen, waarvan de radar- dome onder het toestel was te zien. Nieuwe krachtiger Merlins werden daartoe geïnstal leerd. Beginnend met de Mk.III werden Bristol Hercules stermotoren van 1660- en later in de Mk.VI met diezelfde Hercules nog meer pk's ingebouwd, waarbij de mogelijkheden verder konden groeien. Al vroeg was de neuskoepel vervangen door een plexiglas neus met beweegbare mitrailleur en werden de mitrailleurs aan de boorden achterin weggelaten. Door extra tanks werd de vliegduur vergroot en daarom werd de Halifax naast bom menwerper ook martiem patrouille vliegtuig, dat heel wat successen tegen U-boten had. Voorts werd hij gebruikt om het zware Hamilcar zweefvliegtuig te slepen, waarin ca 8000 kg lading of troepen kon worden vervoerd, zoals ondermeer tijdens de invasie van Normandië is geschied. Aan het eind van de oorlog waren er met de Halifax 75.532 missies gevlogen, waarbij 227.610 ton bommen werden geworpen. De Lancasters, die voornamelijk als bommenwer per werden ingezet, maakten 156.000 missies en wierpen 608.612 ton bommen. Na de oorlog werd de productie van de Halifax meteen stop gezet. Er waren toen 6176 Halifaxes in verschillende fabrieken gebouwd. Van het toestel werd een transportversie gemaakt en het bleef enige jaren in gebruik voor opleidingen. Zo mocht o.g. in 1946 tijdens de Specialist Navigation Course met een in de oorlog gebruikte Halifax MK.III een navigatietocht maken naar Soedan. Van onze basis Shawbury in midden Engeland werd over de Alpen naar Malta gevlogen. Terwijl zich een schitterend panorama onder ons ontvouwde en de navigatie de beide SpecN- navigators druk bezig hield, stelde de telegrafist voor op het paard Airborne te wedden, dat aan een grote race zou deelnemen en een outsider was. Een ieder van de bemanning deed mee. Bericht ging daarover via een collega op een grondstation in Engeland naar de bookmaker en daarna werd naarstig naar de BBC uitgeluisterd. Intussen groeide de spanning. Gevolg was dat radiocontact met RAF-control een tijd werd verbroken, er daar onrust ontstond en een uit brander met gejuich werd ontvangen want Airborne had gewonnen. Na Malta, waar nog heel goed de geweldige schade door de bombardementen was te zien, ging het naar Caïro om vandaar vluchten te doen naar en van Khartoem om onderzoek te doen naar 'pressure pattern' navigatie in gema tigde breedten. D.i. een methode om met de gunstigste windvector in hoge of lage drukken met de luchtstroom mee te vliegen, een metho de die in de jaren vijftig werd toegepast, toen men niet hoger vloog dan 6000 m en de 'jet- 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1999 | | pagina 15