pellers glad maakte. Een motor moest zelfs wor den afgezet, maar er waren er nog drie en de kist was niet zwaar beladen.... Bij Gibraltar durfde onze RAF vlieger de lan ding niet in te zetten. Hij had kennelijk nog een oorlogstrauma. Geholpen door de cursist tweede navigator, die in de oorlog als vlieger operaties had gevlogen op Beaufighters en Mosquito's, werd met veel zijwind geland met resultaat dat de oleo weer droog was komen te staan. Behalve dat had een motor een olielek en was een filter van een motor aan vervanging toe, daar het zand er danig had huisgehouden. Dat gaf de moge lijkheid in de RAF mess te logeren en zich in Gibraltar te verpozen. Dat wil zeggen: de heili ge apen op de rots te zien smoelen trekken, en bij Gieves, de befaamde militaire kleermaker van weleer, wat geld opnemen, dat later in Engeland op de rekening als 'services for custo mer' zou worden opgebracht. De banken bleken namelijk al gesloten. De thuisreis moest worden gemaakt via een punt in de oceaan om daar proeven te doen. Gelukkig hielden de Herculessen zich goed. Zij zoemden zoals alleen 'sleeve valve'(schuiven)- motoren dat kunnen. Tegen donker werd op Shawbury geland en ging er een zucht van ver lichting door de Halifax. Nabeschouwing Tijdens WOII werden vliegtuigen in grote hoe veelheden gebouwd. Met een lange levensduur werd toen feitelijk geen rekening gehouden. Men rekende daarbij op verliezen door actie en technische storingen en die waren niet mis! De plannen waren gebaseerd op aantallen en de kwaliteit hing af van snelheid van productie en ontwikkelingen. De RAF legde in eerste instantie alle vertrou wen in de Vulture van Rolls Royce. De tegen slagen waren echter zo groot dat men naar de Merlin 'terug' ging en de Vulture museumstuk werd. In feite raakte daardoor het hele produc tieplan in de war. We moeten daarbij bedenken dat een vliegtuigzuigermotor in die periode een levensduur tot revisie had van enkele honder den uren. Er is heel wat gedaan om die te ver lengen, zodat aan het eind van de oorlog som mige motoren rond duizend draaiuren of wat meer meegingen. Daardoor kon de productie eventueel worden aangepast. Met dat al moet men bedenken dat het zeldzaam was dat bommenwerpers een grote levensduur hadden. Maar enkele haalden 100 operaties. De doorbraak is pas echt gekomen, toen er niet méér paardenkrachten uit zuigermotoren waren te halen, en door moderne metallurgie en tech niek een straalmotor na een bescheiden begin nu ettelijke, zo niet vele duizenden uren en veel meer meegaat, totdat revisie nodig is. Daarbij is het geleverde vermogen op indrukwekkende wijze gestegen. Een kleine vergelijking: WO I eindigde met zuigermotoren die zo'n 250 tot 350 pk leverden, WO II eindigde met derge lijke motoren van maximaal 2750 pk. Daarna zijn er motoren geweest die 3500 tot 3750 pk wisten op te brengen. Op dat gebied is de groei van de straalmotor echter veel steiler verlopen: van zo'n 1250 kg stuwdruk naar 13.500 kg of meer. Storingen kwamen, zoals in het bovenstaande is weergegeven veelvuldig voor. In feite waren zij toen aan de orde van de dag. De betrouwbaar heid van een vliegtuig is, evenals dat met auto's het geval is, aanzienlijk gestegen. Het is echter niet mogelijk die 100% te maken. Onderhoud blijft nodig, hoewel de leek daar niet van uit gaat, getuige idealistische uitspraken in kran ten. In de dagen van toen gold: "Don't be afraid of breakdowns, because flying is exciting and gives enjoyment. In case of a breakdown enjoy yourself elsewhere and if you cannot do that stop flying". Een uitspraak van ene wingcom- mander Black, die bovengenoemde trip naar Afrika leidde. Die uitspraak gold zeker toen en wellicht in mindere mate ook nu en in de toe komst! vdKop sep V8 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1999 | | pagina 17