gunstig zijn vindt de beëdiging bij het monument plaats. Maar aangezien de weergoden ons in de steek hadden gelaten vond de beëdiging in hangar 6 plaats. De plechtigheid begon exact half elf nadat het vaandel en de vaandelwacht was aangetreden voor het front van de aanwezige troepen. Na een inleidend woord van de Majoor-adjudant Blom werden alle aanwezigen begroet door de Bevelhebber van de Luchtmacht, de Luitenant-Generaal B.A.C. Droste. In zijn toespraak werden alle 22 namen van de te beëdigen officieren voorgelezen en gaf hij de betekenis van de af te leg gen eed aan. Nadat de jonge officieren de eed dan wel de gelofte hadden afgelegd sprak de Generaal hen opnieuw toe met de veelzeggende woorden "Zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Dan worden jullie allen een goede manager binnen de Koninklijke Luchtmacht Nederlandse Orions boven Kosovo. De Verenigde Staten hebben onlangs aan de Nederlandse regering gevraagd om op korte termijn enkele patrouillevliegtuigen van het type P-3C Orion ter beschikking te stellen. Het is de bedoe ling deze vliegtuigen verkenningsvluchten te laten uitvoeren boven Kosovo om het recent gesloten vredesakkoord te controleren. In de eerste week van november heeft het kabinet haar goedkeuring Een Orion van het MVK Valkenburg. gegeven voor het uitzenden van enkele Orions. De Orions moesten voor het uitvoeren van verken ningsmissies boven Kosovo worden omgebouwd. Zij werden indertijd ontworpen voor het opsporen en uitschakelen van onderzeeërs. De vliegtuigen zijn voorzien van radarapparatuur, zoeklichten, een voorwaarts gerichte wanntegevoelige camera en een zogeheten MAD (Magnetic Anomaly Detector). Om troepenverplaatsingen op de grond te kunnen gade slaan moest de warmtegevoelige infraroodcamera in de neus worden vervangen door een normale camera. Aangezien de Marine Luchtvaartdienst deze camera's niet op voorraad heeft moesten enkele Orions naar de Lockheedfabriek voor modificatie alvorens in Kosovo te kunnen worden ingezet. 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1999 | | pagina 23