Vlieghoogten De hoogtemeter van een vliegtuig werkt op de hoogte heersende temperatuur en atmosferische druk, en die wordt afgeleid van de ingestelde hoogte bij de start; merendeels wordt de druk ingesteld die er is op zeeniveau. Ligt een vliegveld op zegge 600 vt, dan behoort de hoogtemeter met instelling zeeniveau ook 600 vt aan te wijzen. Zodoende ziet de vlieger op zijn hoogtemeter hoe hoog hij boven zeeni veau is. Maar dat is niet de werkelijke hoogte, want die wordt door afname van de atmosferi sche druk en de daar heersende temperatuur beïnvloed. Op iedere hoogte zijn daarom cor recties nodig, op lagere minder dan op grotere hoogten. Bovendien kan het instrument een fout in zich hebben. Bijvoorbeeld: aanwijzing hoogtemeter 1000 vt 1000 vt 10000 vt 20000 vt temperatuur 18 C - 20 C - 20 C - 35 C werkelijke hoogte 1200 vt 880 vt 9500 vt 19200 vt Naast de correctie voor temperatuur kan de plaats van de luchtinlaat (static tube) en een ingebouwde fout van het instrument een correc tie nodig maken. Terreinhoogte De terreinhoogte is ook van belang bij het bom- menwerpen. Ligt het doel op zegge 2000 vt, dan dient die 2000 vt tevoren verdisconteerd te wor den in de werkelijke hoogte, waarmee de afwerphoek wordt vastgesteld. Snelheid van het vliegtuig De snelheid van het vliegtuig bepaalt ook de afwerphoek. Is die snelheid groot dan is de voor te houden afwerphoek groot, is die snelheid geringer, dan is die hoek ook kleiner. Die snel heid wordt verkregen door een (pitot)buis in de luchtstroom te houden en de druk daarvan te meten tegenover de op die hoogte heersende druk en temperatuur. De aanwijzing op de snel heidsmeter is echter zelden de werkelijke snel heid van het vliegtuig. Op grotere hoogten is die aanwijzing veelal lager dan de werkelijke snel heid en daarvoor moet worden gecorrigeerd. Bijvoorbeeld: aanwijzing hoogte temperatuur ware snelheidsmeter snelheid 200 kts (=zm/u) 1000 vt +18C 206 ktz 200 kts 1000 vt -20 C 191 kts 200 kts 10000 vt -20 C 226 kts 200 kts 20000 vt -35 C 269 kts Ook bij de snelheidsmeter kunnen correcties nodig zijn zoals hierboven reeds gemeld voor de hoogtemeter. De afwerphoek is zoals gezegd afhankelijk van de snelheid van het vliegtuig op het moment van afwerpen. Is die berekend op 200 kts, maar wordt 10 kts meer gevlogen, dan zal de bom zo'n 100 m voorbij het doel terechtkomen. D.i. lang vallen, de z.g overshoot. Is de snelheid echter 10 kts minder dan zal de bom zo'n 100 m 'kort' vallen, de z.g undershoot. Dit toont aan dat de vlieger dus heel nauwkeu rig zijn snelheid moet vliegen, terwijl in wat mindere mate een onnauwkeurigheid in hoogte enigszins afstraft. Invloed van de wind Tot nu toe zijn we ervan uitgegaan, dat het vliegtuig vliegt in een niet bewegende lucht- massa. Lucht is echter bijna altijd in beweging, zeker boven Europa waar depressies en hoge drukgebieden veel voorkomen. Vanaf de start wordt het vliegtuig door wind beïvloed. Om het zo snel mogelijk zijn vliegsnelheid te geven start men tegen de wind in om de startlengte zo kort mogelijk te maken. 17 i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1999 | | pagina 17