De wind heeft echter ook invloed op de afge worpen bom. De afgeworpen bom verliest immers zijn voorwaartse snelheid en krijgt een hogere verticale snelheid. Drift Afhankelijk van de koers van het vliegtuig kan er drift ontstaan; houdt de vlieger de oorspron kelijke koers dan wordt het vliegtuig t.o.v. de grond door de wind opzij gezet. De hoeveelheid drift is afhankelijk van de windsterkte en de snelheid van het vliegtuig. Bijvoorbeeld: wind ware drift grond- wind dwars lucht- snelheid tegen snelheid mee 30 kts 160 kts 11° 160 kts 30 kts 200 kts 9° 198 kts 30 kts 400 kts 4° 399 kts 130 kts 190 kts 170 kts 230 kts 370 kts 430 kts Als er dus drift is moet ervoor worden opge stuurd met een opstuurhoek om over de grond de juiste aanvalskoers te behouden (d.i. de grondkoers, trek of'track'). Drift geeft ook tot ca 20000 vt een kleine te verwaarlozen afwijking aan de bom tijdens diens val naarmate de voor waartse snelheid afneemt. Drift is dus een extra probleem, zodat men liefst aanvalt ZONDER drift, tenzij luchtafweer, obstakels enz. dat niet mogelijk maken. Wordt met WIND-TEGEN aangevallen dan is de grondsnelheid het geringst en is er meer tijd voor de aanvalsrun. Maar men is dan ook het langst kwetsbaar voor luchtafweergeschut. Bij WTND-MEE is er min der tijd, doch dat geldt echter ook voor luchtaf weer om ingeschoten te raken. De wind heeft ook invloed op de vallende bom, want diens voonvaartse snelheid neemt af en de verticale snelheid neemt door de zwaartekracht toe. De afwijking kan, afhankelijk van de drift, de bom wat zijwaarts, kort of lang doen vallen. Die afwijking is bij lage en gemiddelde hoogten van weinig invloed, (ca 10 - 15 vt per 3500 vt voor een gemiddelde bom). Het is ook mogelijk dat de wind op de gevlogen hoogte heel anders is dan in de lagere lucht lagen. Zo'n andere wind in lagere luchtlagen kan de baan van de bom en diens trefpunt even eens beïnvloeden. Met dat al hebben we hier gesproken over een bekende wind. Doch tijdens de oorlog moest veelal de door de meteo geschatte wind boven het doel worden gebruikt. Die bleek vaak niet de juiste te zijn. Daarom werden enige vliegtui gen vooruit gestuurd door diverse koersen te vliegen om de wind boven of nabij het doel te bepalen met een beproefde, z.g. driedrift metho de, een methode die alleen mogelijk was als er geen oppositie was van luchtafweer of nacht jagers. Helaas waren die er te vaak! De koers/drift/vectorkijker De Mk.IX vector bombsight (zie foto) Het bovenstaande kan op een instrument wor den weergegeven. Na diverse versies is bij de R.A.F. door toedoen van de HH Wimperis en Coulthard de z.g course setting bombsight in gebruik genomen, met als eindresultaat de MK.IX. Die bestond uit een lichaam met vloeistofkom pas, waarop een draaibare, horizontale arm was geplaatst waarop wind en snelheid konden wor- 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1999 | | pagina 18