leerd. Die kijker draaide op een plateau, zodat
bij drift de door de computer berekende
opstuurhoek kon worden ingebracht. Verder
bestond de richtkijker uit een lichaam met
gyrostabilisatie, waaraan een arm was verbon
den, die in het verticale vlak kon bewegen. In
die arm gaf een lichtbron via een raster een
koers- en afvuurlijn (afvuurkruis) op het aan de
gyro gekoppelde kijkerglas (z.g. graticule).
Zodoende kon de richter door het kijkglas het
doel en de kruisdraden zien. Door het geven van
correcties aan de vlieger kon hij het doel langs
de kruislijn zien komen. Dat gebeurde door de
vlieger te zeggen: LEFT, LEFT, steady, RIGHT,
steady, steady. Als het doel door de afvuurlijn
kwam was de door de computer berekende af-
werphoek bereikt en moest worden afgevuurd
en geroepen: BOMBS GONE!
Vloog men in een formatie dan was het de lei
der van die formatie die per radio de andere
vliegtuigen doorgaf: Bombing, Bombing
GOOOO!, zodat bij GO! in alle vliegtuigen op
de afvuurknop werd gedrukt. Spreiding kon
door afvuurvertraging komen!
MK.IX versus de MK.XIV
De veelvuldige berekeningen om met een
MK.IX een bombardement te doen, met alle
kansen van fouten, vervielen grotendeels bij de
MK.XIV en dat bracht een veel grotere nauw
keurigheid.
Ook het samenspel tussen vlieger en richter
werd flexibeler, doch de vlieger bleef gebonden
aan de limieten van vrijheid van beweging van
de MK.XIV. Maakte hij een bocht groter dan
30°, of een duik of klim van meer dan 5 tot 8°,
dan kon de stabilisatie ontregeld worden en
ijlde de MK.XIV na en vielen de bommen fout.
Uitgaande van ideale omstandigheden, dwz.
goed zicht, matige goede wind, stabiele lucht en
goed op elkaar ingeschoten vlieger en richter
was bij de MK.IX van 10000 vt een resultaat te
verkrijgen van 300 tot 575 vt na een lange run
van 45 tot 75 seconden of meer...
Met de MK.XIV kon onder die omstandigheden
dat resultaat zeker worden gehalveerd, ook al
werden ontwijkende manoeuvres gemaakt bin
nen de gestelde limieten. Daarbij hoefde de run
niet langer dan 20-30 seconden te zijn.
De MK.XIV gaf individuele operaties meer suc
ces. Toch bleef het in formatie bommenwerpen
nodig om effectiever resultaten te boeken.
Met formaties naar een beter resultaat
Een intervalmeter kon het afvuren van de bom
men regelen, zodat die op een bepaalde afstand
van elkaar op de grond kwamen. Die meter was
instelbaar van 30 vt tot 200 vt of meer. Aldus
ontstond er een bommentapijt (=carpetbom-
bing), waardoor de trefkans op een doel aan
zienlijk werd vergroot, doch daarnaast gelegen
objecten het ook moesten verduren.
Gaan we uit van een formatie van zes vliegtui
gen in een dubbele-V gevormd, de z.g. box dan
is de trefkans daarmee al toegenomen.
Daarnaast behoudt men enige flexibiliteit van
manoeuvreren tegen luchtafweer en aanvallen
van jachtvliegtuigen. Tegen jagers kan dan
gezamenlijk vuur worden uitgebracht. Vooral de
Amerikanen vlogen daarom vaak in grote for
maties van 24 toestellen of zelfs meer. Zij maak
ten met hun Norden kijker ondanks die vijan
delijke aanvallen een lange aanvalsrun, die
vaak zwaar gestraft werd.
's Nachts was formatievliegen ondoenlijk, zodat
RAF Bomber Command al vroeg in de oorlog
overging tot de z.g. bomber stream, vliegtuigen die
allemaal in zwermen, los van elkaar vliegend, op
verschillende hoogten naar hetzelfde doel gingen.
Het mikpunt werd eerst door een apart vliegtuig
vastgesteld. Door de slechte resultaten kwam de
Pathfinder Force tot stand, die vooruit vloog en
voorzien van de beste navigatiemiddelen en
bemanningen het doel met gekleurde markeer-
lichten aangaf, waarna ieder vliegtuig van de
hoofdmacht individueel zijn bommen op de mar-
keerlichten diende te werpen. De massaliteit van
de aanval moest succes brengen, zij het dat grote
delen rond het doel ook werden getroffen, tenmin
ste als de Pathfinders zich niet hadden vergist.
Naarmate men ervaring kreeg steeg het succes.
20