Hét voordeel van de MK.XIV was de bommen-
run zo kort mogelijk te maken n.l. 20-30 secon
den. Het zwakke punt bleef echter de ingestel
de van huis meegenomen meteowind of een
later gevonden inaccurate wind.
's Nachts, in de 4bomberstream' zittend, waren
de mogelijkheden nog een wind te vinden
gering, zij het dat een boordradar een verbeter
de wind kon leveren. In diverse operaties werd
de wind hoven het doel door de eerstkomende
vliegtuigen over de radio doorgegeven.
De tachometrische richtkijkers
Bij deze (feitelijke) grondsnelheidmetende opti
sche kijkers, zoals de US Speriy en Norden de
Stabilised Automatic Bombsight van de R. A.F.,
de Duitse Goerz en Lofte kijkers e.a. blijven
natuurlijk de hierboven weergegeven factoren
waarmee de afwerphoek wordt verkregen, van
belang. Als men met die data zo'n kijker voedt,
krijgt men voor de gevlogen hoogte bij benade
ring de snelheid van het vliegtuig over de grond
en de berekende valtijd. Die geven de afwerp
hoek en de daaraan gepaarde hoeksnelheid,
hetgeen in de kijker kan worden weergegeven
door een symbool.
Als men met een ingetekende stip in het aan het
rekenwerk gekoppelde occulair een doel nauw
keurig blijft volgen, meet men voor de gevlogen
hoogte de drift en de werkelijke grondsnelheid
door meting van de hoeksnelheid. Daarmee
wordt door het instrument de berekende afwerp
hoek via een synchromotor nader gepreciseerd.
Als symbool, stip en doel samenvallen is de
afwerphoek optimaal ingesteld en zal het ins
trument een afvuursignaal geven. Automatisch
afvuren kan ook door het circuit voor het afvu
ren van de bommen met de kijker te integreren.
Dat is o.m. mogelijk bij de Amerikaanse
Norden (foto), en de Duitse Goerz (foto) en
Lofte. Norden en Lofte konden ook nog aan een
automatische piloot worden gekoppeld, zodat
fouten van de vlieger zoveel mogelijk konden
worden vermeden. In een formatie gaf de rich
ter bij het afvuren het afvuurmoment aan via de
radio. Als het automatisme was ingesteld, gaf de
richter dat ook via de radio aan, of dienden de
volgvliegtuigen af te vuren op het moment dat
zij hij de leider de bommen zagen vallen.
Tachometerkijkers waren zondermeer zonder
tegenweer nauwkeuriger dan de vectorkijker
MK.XIV, omdat zij de invloed van de wind ter
plaatse via grondsnelheid en drift nauwkeurig
konden meten. Het oppikken van het doel via
het occulair en dat in de kijker houden duurde
echter veel langer dan bij de MK.XIV. Bij zo'n
aanval, waarbij veranderingen van koers en
hoogte miniem mochten zijn, was het gemakke
lijker voor luchtafweer om ingeschoten te raken.
Dat leidde ertoe dat men naar maximale hoog
ten ging, waarmee de nauwkeurigheid op 10000
vt van zo'n 125 vt terugliep naar 400-600 vt,
tenminste als men niet door jachtvliegtuigen
werd belaagd. Aldus waren resultaten vergelijk
baar met die van de MK.XIV.
De Norden kijker, ontwoipen door de van oor
sprong Nederlander Karei Norden voor de
USNavy, was eerst samen met Sperry ontwik
keld en gold als een zeer geheim instrument. Er
ontstond de (overdreven) mythe 4that it could
put a bomb in a barrel'.
Bij de Norden gaf een wijzer de berekende
afwerphoek, die door het volgen van het doel
door de kijker steeds werd bijgesteld. Een twee
de wijzer er tegenover gaf het verloop van het
volgen van het mikpunt door de kijker (zicht-
hoek) aan, zodat de grondsnelheid nauwkeurig
als hoeksnelheid werd gemeten. Kwamen heide
wijzers tegenover elkaar dan was de juiste
afwerphoek bereikt en moest de bom worden
afgeworpen, hetgeen veelal automatisch ge
schiedde.
Bewegend doel
Een bewegend doel kon bij diverse vector- en
tachometrische kijkers worden ingesteld. Bij
een vectorkijker moesten koers en vaart van
doel worden geschat.
Bij tachometrische kijker was de trefkans aan
zienlijk groter, omdat de beweging van het doel
een additionele factor was die ter plaatse kon
worden gemeten en worden verwerkt als hoek-
21