1 L
r
U~1
1
rrr^r
M
n f
u
I
3*
Iedere opstijging moest uitgevoerd worden
onder toezicht van één van de leden van de
"commissie voor opstijgingen", die ook het
startsein gaf. Voor het vullen van de ballon had
men de welwillende medewerking van een deta
chement geniesoldaten, die dit karwei in 20 -
40 minuten klaarden.
De instrumenten die werden meegenomen be
stonden uit een aneroïde-barometer, een baro-
graaf, een slingerpsychrometer, een Assmann-
psychrometer en een stafkaart met een schaal
van 1 200.000. De windrichting kon men bepa
len aan de hand van de vaarrichting. Het vast
stellen van de windsnelheid werd met behulp
van een 80 B 100m lang sleeptouw uitgevoerd.
Dit touw was voorzien van een anker. Om bij de
landing de ballon af te remmen liet men het
anker over de grond of door de struiken en
bomen slepen. Tijdens de vlucht hing dit touw
loodrecht naar beneden. Als het precies boven
een bekend punt hing werden tijd en positie op
de stafkaart aangetekend. Bij een volgend punt
werd dit herhaald. Op die manier kon het tijds
verloop tussen opeenvolgende punten worden
bepaald, en daardoor de windrichting en -snel
heid op vaarhoogte.
De commandant hield zich met deze metingen
bezig en ook met het corrigeren van de vaar
hoogte. Iedere ballon had zakken zand van
ongeveer 15 kg aan boord. Werd er in zonlicht
gevaren, dan zette het gas uit en ging de ballon
stijgen. Kwam er bijvoorbeeld een wolk voor de
zon, dan koelde het gas weer wat af, het volume
nam af en de ballon begon te dalen. Om deze
daling te corrigeren werd zand uitgestrooid.
Door bij de landing op het juiste moment de
scheurbaan open te trekken om het gas snel te
laten ontsnappen kon, afhankelijk van de sterk
te van de grondwind, de mand meer of minder
zachtjes aan de grond worden gezet.
De vlieger-periode
In 1903 werd door de toenmalige Hoofddirec
teur van het KNMI, Dr. C.H. Wind een voorstel
gedaan om in navolging van het buitenland ook
in ons land met atmosferisch onderzoek te be
ginnen.
Drie jaar later zou Prof. dr. W. Koppen (een
Duitse meteoroloog) het atmosferisch onderzoek
de naam "Aërologisch onderzoek" geven, een
naam die het tot op de dag van vandaag heeft
behouden.
—f\
\\Vft
\ymv=
1
Diagram van de eerste hoogtevlucht in 1911
jj£o
i.e
JSs
3<
Tabel van de eerste hoogtevlucht in 1911
9
r
u
k
ih-
t
iJ
w
1
f
3
9
1
fy
-vC
ie vlucht ran 2.5a tot 3.23, bestuurder luit. Versteegh.
Tijd.
Hoogte
boren het
terrehu
Z
C_£
E S
«g-O
g-o
T
at -
v f. M
1 2 d
v C'-
Sa-.
2
3
4
5
6
2.52
2-547,
3.02
3»o
3.12
3-»7
3.20
3-24
op
"3
219
220
319
'63
97
neer
754-2
743-8
734
729.6
734-1
739
745-2
754.2
4-2
4-0
2 6
3-5
3-9
4-5
2-9
95
92
90
89
58
97
l8
18
|8
l8
18
iS
2C
lucht va
3.36 tot 4 01, bestuurder
luit, Van Heijst.
8
9
10
r 1
•3
3-36
337
3-39
3-42
3-487,
3-35
3-57,
3-397,
4-Ot
op
72
168
279
553
7=9
783
90
neer
754-2
747-3
738-7
7:5.6
704.0
658.?
684.0
746.2
734-2
30
4-2
3*-
2.4
-0.5
2-5
30
4-2
3-0
97
89
82
Si
85
SS
58
84
92
14
14
14
14
14
■4
"4