slagkruiser HMS RENOWN die enige treffers wist te boeken, waarna de Duitsers het gevecht afbraken. In die periode wist de Britse onder zeeboot HMS CLYDE het schip met een torpe do te treffen, zodat het naar Trondheim moest voor reparaties. De SCHARNHORST onder schepte in die tijd het Britse vliegkampschip HMS GLORIOUS, dat op weg was naar Engeland met een escorte van twee torpedo- bootjagers, en bracht dat tot zinken. Een van de escorterende jagers, HMS ACASTA wist de SCHARNHORST echter met een torpedo te treffen en daarna te rammen. De opgelopen schade bracht het schip naar de Trondheim fjord, waar het door vliegtuigen van HMS ARK ROYAL werd aangevallen en wat meer schade opliep. Daarna voer het naar Kiel waar het tijdens reparaties zonder succes werd aangevallen door R.A.F. bommenwerpers. Vervolgens voer het de Atlantische Oceaan in om met de GNEISENAU 22 geallieerde sche pen de grond in te boren. Als basis werd Brest gebruikt, waar vandaan ook U-boten opereer den. Deze voormalige Franse vlootbasis werd echter voortdurend door de Royal Air Force bewerkt, zodat besloten werd de kapitale sche pen liefst buiten bereik van de R.A.F. te krijgen. De kruiser PRINZ EUGEN Dit schip behoorde tot de HIPPER klasse zware kruisers met als hoofdbatterij 8 x 20cms (4x2), 12 x 10,5cms (6x2) LA, 12 x 3,7cms (6x2) LA, later 40mms en voorts 20mms. Het was i.p.v. 10.000 ton 14.800 ton en goed gepantserd. Met 133.500 pk van stoomturbines op drie schroe ven kon het 33 knopen halen. De uitzonderlijke hogedruk ketels brachten veel problemen. De PRINZ EUGEN had zich met de BIS MARCK in mei 1941 in de Atlantische Oceaan begeven voor aanvallen op de koopvaardij. Door het gevecht met HMS HOOD en HMS PRINCE OF WALES en de aanvallen van Britse boord- vliegtuigen werd de BISMARCK prooi van de Homefleet. Tevoren had de PRINZ EUGEN zich naar Brest begeven en lag daar, evenals de andere grote schepen, te kwetsbaar. Aldus besloot de Duitse marineleiding beide slagkruisers en de kruiser via de kortste weg, namelijk door Het Kanaal, naar Duitsland te laten gaan omdat er een grote scheepsmacht hen op de Atlantische Oceaan zou kunnen opwachten. Zij zouden eventueel een daarna verwachte geallieerde landing in Noorwegen moeten weerstaan. 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1999 | | pagina 12