toe. waardoor het slagschip water maakte, daar
door minder vaart kon lopen, zodat het besloot
naar Brest te gaan. Nadat het een dag niet kon
worden verkend, wisten Swordfishes van HMS
ARK ROYAL op 26 mei onder abominabele
weersomstandigheden het schip eerst niet te
vinden, zodat zelfs torpedo's op de schaduwen
de Britse kruiser HMS SHEFFIELD werden
losgelaten. Door de hoge zee en een manco aan
het afvuurmechanisme misten alle gelukkig de
kruiser. Daarna, nadat weer geland was, waarbij
er zoveel wind over dek was dat de vangkabels
soms niet eens nodig waren, werden de
Swordfishes klaargemaakt voor de volgende
aanval en wisten zij met twee van hun torpedo's
de roeren van de BISMARCK onklaar te maken,
waardoor het schip tenslotte prooi werd van
aanstormende Britse slagschepen.
Vervolgens waren Swordfishes in actie in diver
se operatieterreinen. De opzienbare actie op 12
februari 1942 tegen de slagkruisers GNEISE-
NAU en SCHARNHORST en de kruiser PRINZ
EUGEN voegden een hoofdstuk toe aan hun bij
zondere geschiedenis. Zes Swordfishes stonden
klaar om deze schepen, die uit Brest zouden
pogen te komen 's nachts met torpedo's aan val
len. De Duitsers besloten echter met hoge snel
heid overdag door Het Kanaal naar Duitsland te
gaan en tegen het middaguur het Nauw van
Calais te passeren. Daarbij zouden 280 vlieg
tuigen van de Luftwaffe steun verlenen. Aldus
werden de Swordfishes overdag ingezet, hopend
dat escortes van R.A.F. Spitfires hun dekking
zouden geven. Die konden door het geringe
zicht de Swordfishes niet vinden. Alle zes
Swordfishes werden afgeschoten, het merendeel
door de Luftwaffe. Hun torpedo's troffen geen
doel. De leider van deze operatie ltz Esmonde,
eerder ook bij de aanval op de BISMARCK,
verwierf postuum het Victoria Cross.
In 1941 werd de Swordfïsh uitgerust met boord-
radar. Voorts werd de ondervleugel versterkt om
acht 60 lbs raketten mee te voeren, een door
onderzeeboten gevreesd wapen. De Swordfïsh
Mk.II had een wat sterkere 750 pk negen cylin
der Bristol Pegasus motor. Vanwege de kou
kreeg een Canadese versie van de Swordfïsh
een gesloten cockpit.
De laatste drie jaren van de oorlog werden de
Swordfishes steeds meer ingezet voor de bestrij
ding van onderzeeboten en verdwenen zij van
de grote 'carriers' om plaats te maken voor nieu
we vliegtuigen met betere prestaties. Op hulp-
vliegkampschepen, z.g. escortcarriers, vonden
zij echter een welkom dek. Dat betrof ook de
MAC schepen, Merchant Auxilliary Carriers,
tankers en graanschepen, die voorzien van een
vliegdek een vlucht Swordfishes aan boord kre
gen om de convooien op de Atlantische Oceaan
tegen onderzeeboten te beveiligen.
Een aantal Swordfishes werd ook ingezet bij de
landingen van Normandië in juni 1944.
Swordfishes werden ook ingezet ter bescher
ming van convooien naar en van Rusland. Op
één van die convooien werd in tien dagen 1000
vlieguren gemaakt vanaf HMS VINDEX en
STRIKER. In september 1944 zonken
Swordfishes van HMS VINDEX vier U-boten op
een enkele reis.
Het was in deze periode dat de Koninklijke
Marine Swordfishes van de Fleet Air Arm te
leen kreeg, die in het 860 squadron, in juni
1943 gevormd, van de MAC-schepen, waaron
der de Nederlandse Shelltankers CADILLA en
MACOMA. convooien onder vaak barre weer
somstandigheden escorteerden.
De prestaties van de Swordfish kunnen ook op
een andere manier worden weergegeven. Zo
werden bij een trainingsquadron met één toestel
in vier dagen tijd 324 deklandingen uitgevoerd
zonder enig probleem.
In 1945, het einde van de oorlog, hadden de
Swordfishes er negen bewogen operationele
jaren op zitten. De totale productie beliep 2391
vliegtuigen. Daarvan werden er 1699 bij
Blackburn gebouwd, de overige bij Fairey.
Volgens gegevens was de Swordfish in die jaren
het meest robuuste, veiligste boordvliegtuig dat
ooit in dienst was. En als het werd aangevallen
was het door zijn wendbaarheid en door zijn
12