0
re. Tijdens zijn indeling bij het "A" squadron
opereerde het vanaf Duinkerken. Op 20 febru
ari 1916 vernietigde Flight Sub-Lieutenant R.S.
Dallas er een vijandelijke twee-zitter mee en
negen dagen later schoot FSL H.R. Simms er
een LVG twee-zitter mee neer. FSL Dallas
schoot met de 3981 op 23 april wederom een
twee-zitter neer. Het toestel overleefde die dag
de nodige gevechtsschade en overleefde even
eens een crash in de zomer van 1916. In janu
ari 1917 was het in gebruik bij No.6 (Naval)
Squadron, maar op 26 februari moest FSL G.P
Powles er een noodlanding mee maken op
Nederlands grondgebied. Het toestel had deel
genomen aan een escorte van fotoverkenners
naar Zeebrugge, maar door een lekke benzine
tank moest het landen bij Batterij Kruishoofd in
Zeeland.
Het toestel werd op 27 februari geborgen o.l.v.
elt. A.K. Steup en kwam op 1 maart aan op
Soesterberg, waar het de dag daarop weer werd
gemonteerd. In de daarop volgende weken wer
den de nodige proefvluchten gemaakt, o.a. door
elt. W.G.J. Versteegh en ontving het de
Nederlandse registratie LA40.
Ondanks dat Nederland neutraal was, leefde
toch de angst dat we vroeg of laat bij de vijan
delijkheden konden worden betrokken. Daar
bestelde vliegtuigen niet werden geleverd,
onstond het besef dat deze dan maar in eigen
land moesten worden vervaardigd. De Nieuport
was een toestel, dat aan de eisen van de LVA
voldeed en op 3 maart 1917 werd het aan Henri
Wijnmalen, directeur van de Nederlandse
Vliegtuig Fabriek Trompenburg, getoond. Op
27 maart werd het toestel overgebracht naar
Trompenburg om daar als voorbeeld voor een te
bestellen serie vliegtuigen te dienen.
Het toestel werd officieel door de LVA aange
kocht, er werden 1700 Engelse ponden voor
betaald.
In december 1917 bij de overgang van de LVA
De Nieuport 21 C.1 N.215 R.80 van de LVA. Duidelijk is de ronde vorm van de romp te zien waar
deze aansluit bij de motorkap.
16