naar een nieuwe registratiesysteem werd de
Nieuport XI geregistreerd als N213. Deze regi
stratie is echter niet daadwerkelijk gevoerd en
is slechts provisorisch met krijt op het toestel
aangebracht. Pas in de tweede helft van 1918
kwam het toestel terug van Trompenburg en het
is niet waarschijnlijk dat er daarna nog mee is
gevlogen.
De "Franse" Nieuports
Tijdens de eerste wereldoorlog was men naar
stig op zoek naar mogelijheden om in het bui
tenland vliegtuigen te kopen. In juni 1916 werd
door luchtvaartpionier J. Labouchère vanuit
Parijs gemeld, dat de best verkrijgbare typen
van dat moment waren, als verkenner de
Caudron G.IV en als jager de Nieuport met
llOpk motor. Rond de jaarwisseling van 1917
kon eindelijk een order worden geplaatst en wel
voor 10 Caudron G.IV vliegtuigen, 5 Nieuport
80pk en 5 Nieuport llOpk vliegtuigen. Na
omzwervingen door Spanje en Gibraltar kwam
de bestelling met de S.S. Rhea, op 5 Caudron
vliegtuigen na. uiteindelijk op 24 juni 1918 op
Soesterberg aan.
In het "Overzicht van aantallen aanwezige en
nog aan te schaffen vliegtuigen en motoren" van
oktober 1918 bleek, dat de geleverde Nieuports
waren voorzien van LeRhöne motoren en wel 5
stuks van 80 pk en 5 stuks van 120 pk. Door de
LVA werden de toestellen dan ook aangeduid
met hun pk s. Er was dus de Nieuport 80pk en
de Nieuport 120pk.
De Nieuport 80pk
Door analyse van het bekende fotomateriaal
werd duidelijk, dat de aanduiding zoals die tot
nog toe overal werd gebezigd voor de Nieuport
80pk, "Nieuport XI C.l" niet klopt. Dat deze
aanduiding voor de hand ligt is duidelijk: zowel
de Nieuport XI als de Nieuport 80pk hebben
een motorkap die open is aan de onderzijde en
de vlieger moet in beide gevallen een hoofd
steun ontberen. Maar daar houden de overeen
komsten op. Bij analyse blijkt, dat de romp van
de Nieuport 80pk voor de cockpit veel ronder is
en aansluit aan de ronding van de motorkap. Bij
de Nieuport XI is dat niet het geval, de romp is
recht en om een overgang naar de motorkap te
maken is aan weerskanten een driehoekig ver
loopstuk gemonteerd. Daarbij komt, dat de
Nieuport 80pk machines aan weerskanten een
groot ovaal inspectieluik hebben en de span
draden vanaf de bovenvleugel paralel lopen en
separaat de romp ingaan, terwijl deze bij de
Nieuport XI op één punt als een "V" de romp
ingaan.
Hierdoor moet de conclusie worden getrokken
dat we niet te maken hebben met een Nieuport
XI, maar met een variant van de Nieuport XVII
(17).
De enige variant die hiervoor in aanmerking
komt, is de Nieuport 21. Dit is in hoofdzaak een
Nieuport 17, echter met een 80 pk motor. De
motorkap was bij deze variant open aan de
onderzijde, zodat deze, ook in Frankrijk, vaak
werden verward met de Nieuport XI. De hoofd
steun was op eerste exemplaren van de
Nieuport 21 niet aangebracht, latere exempla
ren hadden deze wel.
De Nieuport 120pk
Daar uit de nog bestaande stukken blijkt, dat de
vijf zgn. Nieuport 17 s waren voorzien van 120
pk motoren, moeten we eveneens vraagtekens
plaatsen bij de aanduiding Nieuport 17.
Begin 1917 ontstond een nieuwe variant van de
"17", deze werd voorzien van een 120 pk motor.
Om het toestel voor deze zwaardere motor
geschikt te maken zijn intern enkele wijzigin
gen doorgevoerd. Deze zijn evenwel aan de bui
tenzijde niet zichtbaar zodat de "17" en de
nieuwe "23" niet van elkaar waren te onder
scheiden. In de Franse en Engelse squadrons
vlogen de typen 17 en 23 vaak door elkaar. De
type aanduiding van de Nieuport toestellen was
aangegeven op het uiteinde van de bovenvleu
gel. Werd de vleugel overgeschilderd, dan was
17