Training School van het RAF College te Cranwell. Tussen juni en oktober 1942 trainde hij hier op de tweemotorige Airspeed Oxford, waarna hij aan het eind van zijn stationering op Cranwell de RAF Wings in ontvangst mocht nemen. Ondanks het feit dat hij de voortgezette vliegopleiding volgde op meermotorige vliegtui gen, wat duidde op een toekomstige carrière bij RAF Bomber of Coastal Commandachtten zijn instructeurs hem aan het eind van deze cur sus alsnog meer geschikt voor een loopbaan als jachtvlieger. Daarop werd hij in de loop van november 1942 overgeplaatst naar AJo. 5 Advanced Flying Unit (No. 5 AFU) waar hij aanvullende training kreeg in onder andere in- strumentvliegen, nachtvliegen, formatievliegen en navigeren. Bij deze eenheid vloog Van Daalen Wetters opnieuw met een ander vlieg tuigtype: de Miles Master Mk.I en Mk.lll. De laatste fase van zijn vliegopleiding onderging Van Daalen Wetters bij No. 57 Operational Training Unit (No. 57 OTU). Hier werd hij klaargestoomd voor operationeel jachtvlieger. Toen hij op 6 april 1943 zijn vliegopleiding definitief had afgerond had hij bijna 203 vlieg uren in zijn logboek staan. Onafgebroken in touw Het was inmiddels halverwege mei 1943 toen Pilot Officer Van Daalen Wetters zich op het Schotse vliegveld Castletown bij Squadron Leader J.J. CTMeara meldde. O'Meara was op dat moment commandant van het No. 131 Squadron. Op 30 juni 1941 was deze eenheid heropgericht te Ouston. Aanvankelijk waren verschillende Belgische vliegers bij 4het 131ste' ingedeeld. In november 1941 waren zij echter allen overgeheveld naar het nieuw gevormde No. 350 (Belgian) Squadron. Toen Van Daalen Wetters zich in mei 1943 bij het squadron voegde, bestond de eenheid uit een allegaartje aan nationaliteiten. Er diende nog één andere Nederlander: de luitenant-vlieger mr G.F.J. Jongbloed. In het relatief rustige Schotland hield de met de Spitfire Mk.Vb en Vc uitgeruste eenheid zich vooral bezig met het vliegen van konvooivluch- ten en het afwerken van trainingssorties. Van Daalen Wetters vloog op 21 juni 1943 zijn enige operationele vlucht bij het No. 131 Squadron. Enkele dagen later werd hij overgeplaatst naar het pas gevormde No. 322 (Dutch) Squadron op vliegveld Wood vale. Hij zou uitgroeien tot één van de steunpilaren van het Nederlandse squadron. De aparte sfeer in het Nederlandse squadron, voornamelijk bestaande uit Neder lands personeel maar deel uitmakend van de Britse luchtmacht, werd door hem als aange naam ervaren: Je kwam allemaal uit Holland. Jij uit Den Haag, jij uit Utrecht, noem maar op. Naast de 4Fighter Pilot Spirit' had je dus ook de 4Dutch Spirit\ omdat je allemaal uit hetzelfde land kwam." In totaal zou hij ongeveer 170 operationele vluchten volbrengen. De nadruk lag daarbij op de escorteringstaak, het aanvallen van grond doelen en het vliegen van diver-patrols (defen sieve missies tegen V-l's). Hij wist daarbij één vliegende bom uit te schakelen. Het operatie gebied strekte zich uit van Groot-Brittannië, Frankrijk, België en Nederland tot diep in Duitsland. Voor zijn aandeel in de bevrijding van het Belgisch grondgebied werd hij bij de ondertekening van een Belgisch-Nederlands luchtvaartaccoord op 13 december 1947 benoemd tot Chevalier de TOrdre de Leopold avec Palme en ontving hij VAttribution de la Croix de Guerre 1940 avec Palme.11 Ook in het Nederlandse luchtruim vloog Van Daalen Wetters oorlogsmissies. Zo was hij onder meer actief tijdens operatie Market Garden in sep tember 1944. Verder was hij met het No. 322 Squadron in de laatste oorlogsmaanden op onder andere Woensdrecht, Schijndel en Twenthe gestationeerd. Bijna een jaar lang maakte ook Jaap van Hamel deel uit van het Nederlandse Spitfire-squadron. Op 11 april 1944 kwam er echter een abrupt einde aan zijn leven toen hij met zijn Spitfire Mk.XIV tijdens een hoogtetest neerstortte ten zuidwesten van Rothbury in Northumberland. 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 2000 | | pagina 12