SAMEN TEN STRIJDE! DE INZET VAN BRITSE EN BELGISCHE BEMANNINGEN EN DIE VAN HET GEMENEBEST BU 320 SQUADRON TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG Binnen twee maanden na D-Day verloor 320 Squadron negen Mitchells niet 33 man door vijandelijke acties. Dank zij de inbreng van extra niet-Nederlandse bemannings leden kon het squadron daarna tot VE-Day een blijvende bijdrage aan de geallieerde oorlogsinspanning leveren. Bemanningen voor de Mitchells Hoewel de personeelssituatie in 320 Squadron gedurende de laatste fase van het Hudson-tijd- perk uiterst kritieke momenten had gekend, liet deze bij de overgang naar de Mitchells begin 1943 een sterke verbetering zien. Deze toen nieuwe middelzware bommenwerpers vereisten een bemanning van vier koppen, n.l. een vlie ger. een waarnemer en twee schutters. In tegen stelling tot de Amerikaanse praktijk, zoals ook ingevoerd bij het 18 Squadron van de ML/KNIL in Australië, werd bij 320 géén 2e vlieger op de Mitchells ingedeeld. Een vliegtuigtelegrafist werd uitsluitend bij navigatievluchten in de crew opgenomen. Het vrij gunstige personeelsbestand binnen 320 kon vooral worden bereikt doordat de Canadese- en de Amerikaanse vliegopleidingen in Jackson tijdig voor de nodige personeelsaan- vullingen hadden gezorgd. Ten tijde van de for matie van No. 2 Tactical Air Force (2nd TAF), waarvan het squadron per 15 november 1943 een onderdeel ging vormen, kon dan ook - zij het voorlopig - probleemloos aan de vereiste bemanningssterkte voor een Mitchell-squadron binnen de RAF-organisatie worden voldaan. Inclusief 302 man grondpersoneel (182 vlieg tuigmakers, 34 konstabels, 32 radio-electro- monteurs en 54 manlijk/vrouwelijk personeel voor algemene diensten) moest de oorlogssterk te aan vliegend personeel volgens RAF-stan- daard uit 28 voltallige bemanningen bestaan. Voor deze 114 man stonden achttien Mitchells ter beschikking, waarvan twaalf steeds voor operationele acties vlieggereed moesten staan. Volgens tevoren gemaakte afspraken mocht het Nederlandse squadron 20 man boven de 416 man oorlogssterkte voor een Brits Mitchell- squadron tellen. Dit was speciaal toegestaan vanwege de dubbeltalig te voeren administratie en andere typisch Nederlandse huishoudelijke taken waarvan de uitvoering bij de RAF- squadrons normaliter aan Station H.Q.-perso- neel werd opgedragen. Juist vanwege de relatief gunstige personeelssituatie die medio 1943 bij de MLD in het Verenigd Koninkrijk was ont staan, kon vanaf september overtollig geworden personeel o.a. naar het toen juist in dienst gestelde No. 860 Squadron worden overge plaatst. Helaas zou deze vrij gunstige perso neelssituatie door de komende oorlogsomstan digheden slechts van korte duur blijken te zijn. De eerste verliezen Vanaf augustus 1943 werd 320 Squadron steeds meer ingeschakeld in de systematische vernie tiging van Duitse vliegvelden, spoorwegem placementen, havens en dokken in bezet Noord Frankrijk. Deze Circus- en Ramrod-operaties werden veelal door vier Mitchell-squadrons (No. 98, 180, 320 en 226) en twee Boston squadrons (No. 88 en 342) gezamenlijk uitge voerd. De benodigde begeleiding en bescher ming werd daarbij door soms meerdere groepen Spitfires verzorgd. Eind 1943 werd ook in toe nemende mate de vernietiging van special con struction works tijdens No Ball-operaties 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 2000 | | pagina 16