ele plaatsing overbleef, werden bij voorkeur
vanwege het taaivoordeel aan een Nederlandse
bemanning toegevoegd. Zo werd de It. A.J. de
Limelette vliegtuigcommandant in een Mitchell
met een Nederlandse sergeant-vlieger en een
Nederlandse èn Belgische boordschutter. Een
ander voorbeeld was F/0 Gaston Mertens, die in
de bemanning van officier-vlieger J.H.
Muntinga werd ingedeeld en helaas tijdens zijn
19e operationele vlucht met zijn crew boven
Manderfeld op 13 januari 1945 sneuvelde.
Waardevolle inbreng
Volgens opgave van de toenmalige commandant
was de bemanningssterkte van No. 320 (Dutch)
Squadron op 3 januari 1945 als volgt samenge-
steld:
Nationaliteit
Aantal
Aantal
Totaal
Officieren
Onderofficieren
aantal
Korporaals
Nederlandse
32
53
85
Belgische
12
7
19
Australische
1
3
4
Nieuw-Zeelandse
-
1
1
Canadese
-
2
2
Britse
6
16
22
TOTAAL 51 82 133
Een belangrijke categorie specialisten, die
vanaf eind november 1944 veelvuldig als vijfde
lid aan een Mitchell-bemanning werd toege
voegd, was die van de Gee-H operators.
Gedurende de barre winter van 1944/1945
bleek het visueel met de richtkijker bombarde
ren van aanvalsdoelen door een Mitchell-forma-
tie vrijwel onmogelijk. Vanwege hun veelal klei
ne afmetingen en beschutte ligging in bevol
kingscentra vereisten zij bovendien een uiterst
nauwkeurige navigatie in combinatie met de
toepassing van een precisie-richtmiddel. De
Gee-f/-uitrusting zoals die in totaal twaalf
Mitchells van 320 Squadron werd ingebouwd,
verschafte deze mogelijkheden zelfs onder
slechte weers- en zichtomstandigheden. Voor
het nauwkeurig lokaliseren en treffen van der
gelijke kleine aanvalsobjecten werd per box van
zes Mitchells veelal het leidende toestel in de
box met Gee-H uitgerust. Tot de laatste op 2
mei 1945 uitgevoerde aanvalsvlucht werden in
totaal elf Gee-H operators van de RAF voor
deze taakuitoefening aan 320-bemanningen
toegevoegd. In totaal hebben zij aan 116 sorties
hun medewerking verleend. Drie van hen sneu
velden tijdens de uitvoering van oorlogsop
drachten.
De buitenlandse bemanningsleden vervulden in
de laatste fasen van de luchtstrijd boven West
Europa een essentiële rol in de oorlogsoperaties
van No. 320 Squadron. Zo waren tijdens een
aanvalsoperatie op 26 april 1945 de hierbij
ingedeelde twaalf Mitchells bemand met 50
man personeel, onder wie 27 Britten en negen
Belgen. Zelfs op de laatste oorlogsvlucht van
het squadron, die op 2 mei 1945 vanaf Achmer
met elf Mitchells werd uitgevoerd, waren van de
45 hierbij betrokken bemanningsleden vier
Belgen en 17 man RAF-personeel. No. 320
Squadron kon zich hierdoor niet alleen met het
predikaat Dutch sieren, maar was door deze
niet-Nederlandse inbreng vooral een inter-
geallieerd squadron geworden, dat waarschijn
lijk in de Tweede Wereldoorlog binnen de RAF-
organisatie een unicum is geweest!
Met dank aan CDRV b.d. H.J.E. van der
Kop voor zijn waardevolle commentaar en
tekstaanvullingen!
Nico Geldhof
20
Noot:
1 - IMHIarchief Londen, inventaris P42 verschaft hieromtrent
navolgend bericht:
Following Belgian aircrews are available for training/
attachment to No. 320 Sqdn.: PIO J. de Limelette nav.
B), Sgt. J. Vermeiren a/g), P/O L. Jansen (alg). All
three immediately available for OTU-training per 13th
July 19-Li. Furthermore following navigators B: PIO
G. MertensPIO J. de Buyl and Sgt. R. Levy.