Een aparte verkenningsversie, ontdaan van de bewapening en voorzien van cameras en van extra tanks kreeg een bereik van over de 2500 km. Deze versie werd echter minder gebruikt dan was voorzien, zodat de bestelling van 100 werd teruggebracht tot 20. Een experiment de Wildcat uit te rusten met drijvers werd vroeg verlaten. Sedert 1940/41 zwermde de Wildcat geëmbar keerd op Amerikaanse carriers uit, doch ook van Britse hulpvliegkampschepen onder de typisch Britse naam Martlet (=gierzwaluw). De eerste Britse Martlets kwamen uit een Franse bestelling van 81 stuks. Zij werden na de Franse capitulatie in juni 1940 door de Royal Navy overgenomen. Dat betrof ook een Griekse bestelling van 30 stuks. Van die naam Maillet is de Royal Navy later teruggekomen toen de Wildcat Mk.IV, V en VI in dienst kwamen. Dat betrof de FM-1 Wildcat en meer nog de FM-2, die wat lichter was. Wright Cyclone motor van 1350 pk kreeg, 6 xl2,7 mm mitrailleurs behield en eventueel andere bewapening kon meevoeren en ook zeer geschikt was voor de kleinere dekken van escortcarriers (hulpvliegkampschepen). Van de FM-2 werden er 4437 voor de USNavy en 340 voor de Royal Navy door General Motors gebouwd, in plaats van auto's. De totale produc tie bij General Motors bedroeg 5927 Wildcats. De Wildcat bleek qua vliegprestaties de minde re te zijn van de lichtere en wendbaardere Japanse Zero. Zijn groot incasseringsvermogen, de gehanteerde formatietaktieken en veelal geleid door radar, maakten veel goed. Daarnaast waren de Pratt Whitney en Wright Cyclone uiterst betrouwbare motoren die weinig onder houd vergden. De Wildcat zag actie in nagenoeg alle slagen in de Pacific, beginnend bij de verdediging van Wake Eiland in begin 1942 en voorts in de eer ste slag tussen carriers in de Koraal zee in mei 1942. Hij was hét jachtvliegtuig in de Slag bij Midway in juni 1942. Hij bracht luchtoverwicht over de vloot en deelde grote klappen uit boven Guadacanal en andere ontmoetingen met de Japanse (lucht)strijdkrachten in die eerste jaren van de oorlog. Eerst opererend van de grote Amerikaanse carriers, en daarna vooral ook van escortcarriers werd de Atlantische Oceaan, de Indische Oceaan en de Middellandse zee naast de Pacific ook zijn operatieterrein. Bij de Fleet Air Arm werd de Martlet/Wildcat in zijn totale diensttijd (de hele oorlog) een gelief de Tighter', niet zo zeer door zijn prestaties, maar ook door de betrouwbaarheid van zijn motoren. Een vlieger beschreef de Wildcat als volgt: fcA lovely steady platform that could be as docile as a pony, but was able at your will to react as an eager stallion, able to dive to some 400 mph and made me feel as in an armed fortress'. De Martlet was het eerste Amerikaanse vlieg tuig dat op 25 december 1940 gevlogen door de Fleet Air Arm boven Scapa Flow een Duitse Ju- 88 neerhaalde. In de Golf van Biskaye op de route naar de Middellandse zee werden de Duitse Condors, 4- motorige verkenner/bommenwerpers in septem ber 1941 prooi van de Martlets. Boven Noord Afrika werden tijdens de landingen in 1942 de meeste vijanden in de eerste week door Wildcats neergehaald. Tijdens die landingen op Noord Afrika, en nog juist in gevecht geweest, werd de aandacht van befaamde (Martlet) FAA vlieger Lt Nation getrokken naar een vijandelijk vliegveld, waar Franse (Vichy) officieren met lappen e.d. hem aangaven zich te willen overgeven. Daarop besloot hij te landen en bleek het niet een val te zijn, doch kreeg hij in een ceremonie een offi cieel document van overgave uitgereikt. Hoeveel vijandelijke vliegtuigen de Wildcat voor zijn rekening heeft genomen is niet hele maal te preciseren. Het gros van Japanse vlieg tuigen is in de eerste twee jaren oorlog in de Pacific door de Wildcat neergehaald. In 1942 gingen volgens de USNavy per Wildcat, 5,9 voornamelijk vijandelijke jagers verloren. Over de gehele oorlog was dat per Wildcat 6.9 vijan delijke vliegtuigen (nu bommenwerpers e.a. meegerekend). 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 2000 | | pagina 12