Hellcat bleek een groot succes en was zeker ook
voor de gemiddelde vlieger gemakkelijk te han
teren. In januari 1943 werd de Hellcat aan
boord intensief beproefd en weldra werden
squadrons gevormd. Hellcats van VF-5 en VF-
9 vliegend van resp. USS YORKTOWN en
ESSEX waren de eerste squadrons in actie.
Tegen eind 1943 waren 2555 machines aan de
USNavy afgeleverd. De kwetsbare Zero met niet
gepantserde, en niet zelfdichtende tanks kreeg
het daardoor hard te verduren, maar bleef in
een cirkelgevecht de betere. Maar zo ver lieten
de Amerikaanse vliegers door een betere tak-
tiek en betere andere prestaties van hun Hellcat
het vaak niet komen.
Vanaf januari 1944 werd 60% van de Hellcats
uitgerust met dezelfde Pratt Whitney, maar
nu voorzien van waterinjectie, zodat bij maxi
mum vermogen 2200 pk werd geleverd. Op 21
april 1944 werd de productie na 4402 Hellcat
F6F-3 gestaakt om plaats te maken voor een
nieuwe, betere versie, de F6F-5. Intussen waren
er ook diverse varianten, o.a. een nachtjager-
versie, een jagerbommenwerperversie met 20
mm mitrailleurs en raketten en de mogelijkheid
om ca 500 kg aan bommen mee te voeren. De
nachtjagerversie, uitgerust met een intercep
tieradar vroeg om grote vaardigheid van de vlie
ger. die tegelijk op de radar moest kijken. Toch
zijn er 16 vijanden neergehaald, voornamelijk
schaduwende Japanners.
Aldus werd de Hellcat hét jachtvliegtuig op de
grote 'fleetcarriers'. Daarnaast kwam de Corsair
aan boord, nadat diens mancos waren opgelost.
De Hellcats kwamen naderhand vooral ook op
de lichte vliegkampschepen en escorte carriers.
1055 Hellcats bij de Fleet Air Arm
De Hellcats, maar ook de Corsairs, kregen een
belangrijke rol op Britse vliegkampschepen.
Daarnaast hielden de Britten vast aan eigen
producten. Dat was deels te danken aan chauvi
nisme, deels aan de latere beperkter toewijzing
van Amerikaanse vliegtuigen. Zo was de Seafire
als aangepaste Spitfire, boordvliegtuig.
De Seafire, merendeels gebruikt als verdedi
gingsjager, had echter de helft van het bereik
van de Amerikaanse vliegtuigen. Afwerpbare
extra tanks mochten dat euvel enigszins goed
maken. Maar daarbij kwam dat door de nauwe
basis van het onderstel het aantal ongevallen bij
deklandingen een meervoud was ten aanzien
van dat van de Amerikanen. Die konden zelfs
ruw op dek worden neergezet zonder dat de
poten er onderuit gingen.
Nederlanders in Hellcats
Toen onze marineleiding besloot om in de
Pacific aan de strijd deel te nemen ontsponnen
zich plannen voor vliegkampschepen. Om erva
ring op te doen werden 35 man. nadat zij
merendeels hun brevet hadden gehaald op de
Netherlands Military Flying School in Jackson
Mississippi, verder afgeoefend bij de Fleet Air
Arm. Zeker 25 van hen kwamen op de Hellcats.
Tijdens de omscholing kwamen er 10 van hen
om het leven, een wel hoog en bedenkelijk ver
lies, dat afstak ten aanzien van Britse verliezen
en dat veelal niet aan de Hellcat kan worden
verweten.
Aldus nam een aantal van hen deel aan aanval
len op het Duitse slagschip de TIRPITZ. en vlo
gen operaties in de Middellandse zee en in het
Verre Oosten. Zij zouden de kern vormen voor
boordvliegers van ons vliegkampschip Hr.Ms.
KAREL DOORMAN.
In begin jaren vijftig werden door Nederlanders
nog Hellcats gevlogen bij de USNavy om 4car-
riervlieger* te worden.
HELLCAT TOP-SCORER
Per Hellcat gingen in de oorlog 19 vijandelijke
vliegtuigen verloren, een formidabele prestatie.
Toen de oorlog eindigde werd de productie afge
bouwd. Aan het eind ervan waren er 12575
geproduceerd. Na de oorlog was de Hellcat geen
lang operationeel leven beschoren. Hij kwam
echter bij reservesquadrons en verder o.a. bij
14