Bearcat F8F
de Frane Marine en in Uruquay terecht en werd
enige jaren gebruikt voor het afoefenen van
boordvliegers.
DE OPVOLGER VAN DE HELLCAT,
DE F8F BEARCAT
Daar de prestaties door snelle ontwikkelingen
steeds beter werden en er werd ingezien dat de
Hellcat te gelegener tijd vervangen moest wor
den, werd de Bearcat in 1943 door Grumman
ontwikkeld. In augustus 1944 vloog het prototy
pe en in mei 1945 kwam hij in dienst, doch te
laat om aan de oorlog deel te nemen. Primair
bedoeld al interceptor kon hij een klap uitdelen
en ook van kleine vliegdekken opereren. Hij
kon 2 x lOOOlbs bommen meevoeren en had
voorzieningen voor 'droptanks". Had de eerste
versie nog 4 x 12,7 mm mitrailleurs, de latere
versies hadden 2 x 20 mm mitrailleurs en de
mogelijkheid 8 raketten mee te voeren, zonder
dat de prestaties geweld werden aangedaan.
Zijn deklandingseigenschappen waren voor
beeldig, ook zijn grote wendbaarheid en snel
heid van 700+ km/uur, bereikt met zijn 2100 pk
Pratt Whitney en een actieradius van 800+
km.
Aldus waren de Bearcat en de Britse Seafury de
snelste boord-schroefjagers ter wereld. Zij
deden niet veel voor elkaar onder.
Door het voortijdige einde van de oorlog werd
de productie beperkt tot 770.
Na bij de USNavy in operationele dienst te zijn
geweest, werd hij vervangen door straaljagers
waarna hij nog werd gevlogen door aankomende
carriervliegers. Hij zag actie bij de Franse
luchtmacht boven lndo-China in begin jaren
vijftig. Ook de Thaise luchtmacht betrok in die
periode een aantal Bearcats.
DE CHANCE VOUGHT F4U CORSAIR
Chance Vought had eveneens een lange band
via een aantal drijvervliegtuigen met de
USNavy. In 1937 kwam de SBU Vindicator als
duikbommenwerper/verkenner op bescheiden
schaal bij de USNavy, maar wat meer bij de
Amerikaanse mariniers. In het eerste oorlogs
jaar zag de Vindicator, opererend van de wal.
met hen enige acties. De F4U Corsair bracht
Vought na een moeilijke aanloop grote faam.
Geen Amerikaans jachtvliegtuig uit WOII is
langer in productie geweest dan de Corsair.
In 1938 bracht de USNavy stafeisen uit om met
de krachtigste motor uit die tijd, de Pratt
Whitney van 2000 pk, een boordjager te bou
wen. Om de propeller voldoende ruimte boven
de grond te geven, werd bij Vought de meeu
wenvleugel ontwikkeld en werd het onderstel
ook daartoe aangepast. De Corsair bleek veel te
beloven, vloog in begin 1940 met 650 km/uur.
Dat was sneller dan enige Amerikaanse jager.
De eerste order betrof 584 F4U-1 s. Die had aan
de romp een mitrailleur van 7,9 mm en een van