Corsair F4U 12,7 mm. In iedere vleugel had hij een 12.7 mm mitrailleur en was er ruimte voor kleine bommen, bedoeld tegen lager vliegende bom menwerperformaties, een onzalig idee dat al spoedig werd verlaten. Latere versies kregen 6 x 12,7 mm mitrailleurs in de vleugel, pantsering en zelfdichtende tanks. Actieradius nam in de loop der tijd toe van 750 tot 900 km. Al vroeg tekende zich echter een probleem bij het dek- landen af. De lange neus gaf de vlieger weinig zicht en bij het landen sprong het toestel op, waardoor het om uiterst bekwame vliegers vroeg. Resultaat was dat de Corsair naar de Mariniers werd 'verbannen* om van walbases te opereren, waarmee zijn dagen als boordjager leken te zijn geteld. Doordat de Fleet Air Arm een groot tekort had aan moderne vliegtuigen en de Corsairs snel leverbaar waren, werd door de Britse aankoop commissie uiteraard naar de Corsair gekeken, ook al omdat hij zich met Duitse jagers zou kun nen meten. Door een simpele verandering aan de schokdempers van het onderstel bleek het springen nagenoeg verdwenen en op aanraden van de Britten werd ook de cockpit hoger geplaatst voor beter zicht tijdens het landen. Zoals hierboven is aangegeven, werden bewa pening en incasseringsvermogen verbeterd. Op de voorhand werden aldus de eerste 600 Corsairs voor de Fleet Air Arm besteld en kwa men de Corsairs bij de Britten eerder als boord jager aan boord dan bij de USNavy, die toen daardoor van inzicht was veranderd. In totaal zou de Fleet Air Arm 1977+ Corsairs afnemen. Enkele Nederlandse marinevliegers hebben met de Corsair gevlogen. Officier vlieger Swart was de enige Nederlandse boordvlieger die daarmee boven Japan actie heeft gezien en die helaas op 24 juli 1945 is gesneuveld. De Corsair leende zich in tegenstelling tot de Hellcat voor verdere ontwikkeling. Zo werd een motor van 2300 pk ingebouwd, werden de 6 x 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 2000 | | pagina 16