waren het té hoge transportgewicht en de vrij ingewikkelde installatiemethodiek bezwaarlijke factoren voor algemene toepassing. Ook bij dit systeem bleek reparatie aan één bepaalde sec tie niet zonder omvangrijke sloopwerkzaamhe den aan de baanmat te kunnen geschieden. Beide baanversterkingssystemen werden dan ook niet op grote schaal geïntroduceerd. De Marston-mat dient zich aan Intussen had de Amerikaanse legerluchtmacht- staf met grote belangstelling kennis genomen van de Frans-Britse experimenten. Aangezien ook het U.S. Army Air Corps geconfronteerd werd met het probleem van snelle uitbreiding van de vliegveldcapaciteit zowel in de Verenigde Staten als in de Pacific, moest op korte termijn naar een deugdelijke èn goedkope oplossing voor dit probleem worden gevonden. Hiertoe werd de eigen industrie ingeschakeld, waarbij een tevoren opgestelde specificatie als leidraad diende. Conform deze specificatie werd een veelzijdig type mat gevraagd, die gemakkelijk transporteerbaar en licht in gewicht was. Absolute eis was dat de mat vol doende draagkracht moest bezitten om niet alleen een volledig bewapend jachtvliegtuig van 3200 kg, maar ook een 25 ton zware B-17 of B- 24 Liberator bommenwerper probleemloos hier van te laten starten. Het U.S. Army Air Corps hield in 1939 overigens al rekening met vlieg tuiggewichten tot 60 ton, die amper vier jaar later met de verschijning van de B-29 Superfortress realiteit zouden worden! Het is de grote verdienste van Gerald G. Greulich geweest, die toen als ontwerpingeni- eur bij de Carnegie Illinois Steel Corporation een praktisch en technisch aanvaardbare oplos sing voor het probleem van de baanversterking wist aan te dragen. In de zomer van 1940 pre senteerde hij het lumineuze idee lange stalen vloerpanelen van omgekeerd U-profiel aan elkaar te koppelen, waarin ter verkrijging van een anti-slip oppervlak noppen op onderling regelmatige afstanden waren gestempeld. Nadat ook het U.S. Army Corps of Engineers enige praktische verbeteringen had geïntrodu ceerd, werd het nieuwe stripmateriaal in november 1941 tijdens de legermanoeuvres in North Carolina voor het eerst op zijn deugde lijkheid beproefd. De proefielstrippen werden daartoe in gemakkelijk verplaatsbare paketten per Seaboard Coast Line Railway naar het manoeuvre-terrein in de buurt van Fort Bragg vervoerd. Op de facultatieve halteplaats whist- Ie stop) bij Marston werd alles uitgeladen en op een lage heuveltop ten oosten van U.S. Route 1 uitgelegd. In de ongelooflijke korte tijd van 11 dagen was een complete baan gebruiksgereed gemaakt. Generaal H.H. Hap Arnold, toenter tijd bevelhebber van de legerluchtmacht, kwali ficeerde de inmiddels als Marston-strip aange duide start- en landingsmat als één van de grootste prestaties op luchtvaarttechnisch gebied uit 1941. De Marston-strip met afmetingen 915 x 46 meter bleef slechts enkele weken in bedrijf. Na afloop van de manoeuvres werd de baan gedemonteerd en in 18 platte spoorweg wagons naar Langley Field in Virginia vervoerd. Het ei van Columbus Greulich s uitvinding was het toppunt van een voud! Elk afzonderlijk matelement was 3,05 m lang en 38 cm breed en had dus een oppervlak van 1,16 m2. T.b.v. gewichtsvermindering wer den al spoedig de karakteristieke gaten in de strip aangebracht; de oorspronkelijk toegepaste noppen bleken in de praktijk onnodig en wer den daarom weggelaten. Voor de productie werd 10-gauge (3,25 mm) dik staalplaatmateriaal met laag koolstofgehalte gebruikt. Na te zijn afge knipt op de juiste maten werden de stripranden omgefelsd en overlangs twee versterkingsribben in de strip koudgewalsd. De vereiste koppe lingssleuven en -haken werden vervolgens uit- geponst en ook de 78 gaten uitgestempeld en de ontstane gatranden omgefelst. Ten slotte werden de haken t.o.v. de matstrip 90o omgebogen. De laatste fabrieksbehandeling betrof het schoon maken, ontvetten en schilderen. Elk inatpaneel 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 2000 | | pagina 21