DR J.A.M.M. JANSSEN, DE NIEUWE DIRECTEUR VAN HET M.L.M. Met een inmiddels respectabele staat van dienst en een grote hoeveelheid historisch besef heeft Dr J.A.M.M. Janssen eind juli de leiding van het Militaire Luchtvaart Museum overgenomen. Jan Janssen werd 46 jaar geleden geboren in het dorpje Horst in Limburg, waar hij zijn jeugd ook doorbracht. Na het behalen van het diploma Gymnasium in Venray, ging hij in 1972 geschiedenis studeren aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen, welke studie hij in 1979 afsloot met het behalen van zijn doctoraal. Daarna was hij gedurende een jaar als weten schappelijk medewerker verbonden aan de Vakgroep Nieuwe Geschiedenis aan de Nijmeegse universiteit.Van eind 1980 tot begin 1982 vervulde hij zijn dienstplicht bij de Koninklijke Landmacht. Na het doorlopen van de ROAG-opleiding te Appingedam werd Janssen als auteur te werk gesteld bij de Sectie Militaire Geschiedenis van de Koninklijke Landmacht in Den Haag. In aansluiting op zijn dienstplicht bleef hij bij dit instituut werkzaam als burger wetenschappelijk medewerker. Zijn primaire aandachtsgebied vormde de 20ste eeuwse Nederlandse militaire geschiedenis. Daarnaast schreef hij in deze periode zijn proef schrift "Op weg naar Breda",dat handelt over de totstandkoming van de Koninklijke Militaire Academie in 1828. Hij promoveerde op dit proefschrift in 1989. Per 1 maart 1989 werd Janssen benoemd tot hoofd van de Sectie Luchtmachthistorie, toen nog een integraal onderdeel van het Militaire Luchtvaart Museum. Zijn opdracht was deze sectie opnieuw op te zetten en om te vormen tot een zelfstandige, losse entiteit binnen de Luchtmachtstaf. In febru ari 1991 verliet de sectie het MLM en nam haar intrek in het Defensiekantoor aan de Koningin Marialaan in Den Haag. Jan Janssen is 11V2 jaar hoofd geweest van de Sectie Luchtmachthistorie en heeft inmiddels ruim 60 publicaties op zijn naam staan. Die hebben voor het grootste deel betrekking op de geschiedenis van de Nederlandse krijgsmacht, in het bijzonder de Koninklijke Landmacht en Koninklijke Luchtmacht, maar hij heeft ook gepubliceerd over onderwerpen uit de kerkge schiedenis en de geschiedenis van zijn geboor testreek Noord-Limburg. Janssen heeft als hob by's tennis, tafeltennis en zwemmen. De eerste twee sporten beoefent hij ook in competitiever band. In het Militaire Luchtvaart Museum wacht Janssen een nieuwe en zeer interessante uitda ging. Vooruitlopen op de eventuele overkomst naar Soesterberg van het Legermuseum in com binatie met mogelijke nieuwbouw voor beide musea lijkt prematuur, maar toch moet nu al met die mogelijkheid rekening worden gehou den. Hoe de toekomstige constructie ook zal uit vallen. het MLM zal er naar streven zijn eigen identiteit te behouden. Het MLM zal de komende jaren trachten een meer afgerond en evenwichtiger beeld van de ontwikkeling van de Nederlandse militaire lucht vaart te presenteren. Dat impliceert onder meer dat veel aandacht zal uitgaan naar de inhoudelij ke verbetering van de permanente expositie in de Vreeburghal. De ontwikkeling en de specifieke rol van de verschillende wapensystemen van de Koninklijke Luchtmacht sedert 1950 als ook de naoorlogse taken van de Marineluchtvaartdienst zullen in deze hal beter uit de verf moeten komen. Alleen op die manier kan de Neder landse bevolking een integraal beeld krijgen van de historie van het militaire vliegbedrijf in ons land tot op de dag van vandaag. Janssen acht het niet uitgesloten dat meer aandacht voor de recen te decennia een positief effect kan hebben op de 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 2000 | | pagina 4