van Van Zanten min of meer bevestigd.3 Na de lagere school en de MULO werkte Ida onder meer in een bloemenwinkel in 's-Gravenhage en verbleef ze om de taal te leren anderhalfjaar als au-pair in Frankrijk. Hoewel ze het in La douce France goed naar haar zin had reali seerde ze zich dat ze 'eigenlijk wel een vak moest hebben*.4 Ze koos voor een opleiding aan de School voor Maatschappelijk Werk te Amsterdam. Samen met een kostschoolvriendin betrok ze een zolderverdieping in de hoofdstad. In 1937 behaalde de toen 26-jarige Ida haar diploma. Omdat ze in de sociale sector echter geen werk kon vinden - maatschappelijk werk was een relatief nieuw fenomeen - besloot ze haar broer maar eens te gaan opzoeken. Deze had als azaleakweker zijn heil in Lynden in de staat Washington in de Verenigde Staten gezocht. Toen bleek dat ze bij het aanschaffen van een 'wereldreis ticket' zo*n twintig procent korting zou krijgen, ging de reis niet alleen naar Noord-Amerika, maar ook naar China en hel 'eigen' overzeese gebiedsdeel: Nederlands- Indië. Van Zanten reisde de wereld rond als passagier op Zweedse en Japanse vrachtsche pen. Haar avontuurlijke karakter was overigens in deze periode voor de Tweede Wereldoorlog sowieso al evident aanwezig. Zo was Van Zanten, ze is overigens nooit gehuwd geweest, al eens met haar vriendin Maria Sluis per ossenkar over de Pyreneeën getrokken en tijdens andere rei zen op vrachtschepen meegelift.5 Ontwikkelingen in de luchtvaart De ontwikkelingen in de luchtvaart waren ondertussen in een stroomversnelling geraakt. Hierbij het ook een aantal vrouwen zich niet onbetuigd. Nog voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog behaalden, zowel in diver se Europese landen als in de Verenigde Staten, enkele vrouwen hun vliegbrevet. Ook Nederland liet zich daarbij niet onbetuigd. Beatrix de Rijk mocht zich vanaf 6 oktober 1911 de eerste vrouwelijke vlieger met een Nederlands paspoort noemen. Daarna zou liet tot november 1930 duren alvorens opnieuw een Nederlandse haar vliegbrevet in ontvangst mocht nemen.6 Sommige van deze vrouwelijke vliegpioniers beperkten zich bepaald niet tot het vliegen van circuits and bumps boven een plaatselijk vliegveldje. De Amerikaanse 'Lady- Lindy' Amelia Earheart, die in 1928 als eerste vrouw over de Atlantische Oceaan vloog met een met drijvers uitgeruste Fokker F-VIIB-3M Friendship - en vervolgens tijdens een poging om de aarde rond te vliegen in 1936 spoorloos verdween - is wellicht de bekendste vrouwelij ke luchtheld. Maar zij was niet de enige. In Duitsland en ook daarbuiten maakten Elly Beinhorn en Hanna Reitsch naam en faam. Uit Frankrijk kwamen M. Hilz en H. Boucher, ter wijl in de Verenigde Staten Jaqueline Cochran, we komen haar verderop nog tegen, het ene na het andere record brak.7 De activiteiten van deze vrouwelijke luchtpio- niers waren niet de directe aanleiding voor Ida Veldhuyzen van Zanten om in 1938 als stewar dess bij de KLM te solliciteren. Ze meldde zich aan bij de nationale luchtvaartmaatschappij omdat het reizen haar zo boeide. De Hillegomse werd echter afgewezen omdat ze niet in het bezit was van het vereiste gymnasiumdiploma én omdat er slechts achttien vacatures waren. Daarop besloot zij op een vliegschool bij Londen vlieglessen te gaan volgen: 'Toen zag ik in de krant een advertentie dat je in Engeland voor heel weinig geld kon leren vliegen. Eén pond per uur indertijd ongeveer 12 gulden. En een retour voor drie maanden met de boot was ook heel erg afgeprijsd.' Tegelijkertijd schreef ze zich in voor de opleiding tot zweef vlieger. In drie maanden tijd behaalde ze haar motorvliegbewijs A én de zweefvliegbrevetten A, B en C. Hoewel Van Zanten dus best ook aanleg toonde voor het vliegen met motorloze toestellen, moesten soms toch de nodige risico's worden genomen. Tweepersoons zweefvliegtui gen waren op dat moment nog slechts in kleine aantallen beschikbaar waardoor men, na het vergaren van enige theoretische kennis en wat mondelinge aanwijzingen, vaak direct solo mocht gaan. Gebrevetteerd en wel keerde Ida 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 2001 | | pagina 11