20 kon. Ook is wol eon grool nol gebruikt, dat liet schip naast zich sleepte en waarop het vliegtuig taxiede, vervolgens aan de haak werd gezet om daarna aan boord Ie worden gehesen. Had een schip een draaibare katapult, dan werd de start zeer vergemakkelijkt. Het vliegtuig werd daartoe op de katapultslee gezet. De kata pult nam echter veel plaats aan boord in. soms midscheeps, en hij Amerikaanse schepen op hel achterdek, waaronder zich meestal een han gar bevond. Voor het lanceren draaide het schip o[) een dergelijke koers, dal de katapult recht tegen de wind in kwam te staan. In de eerste jaren vond de katapult zijn energie in perslucht of een bepaalde dosis buskruit, waarbij foute dosering ongevallen kon geven. Met een hydraulische -en/of perslucht katapult werd het lanceren daarna aanzienlijk veiliger. De Britse Marine had bij sommige grote sche llen de katapult eerst op een geschutstoren en bij andere lag die midscheeps vast en dwars op dek. Lancering van het vliegtuig geschiedde daarbij door het schip dwars op de wind tc manoeuvreren. Tot aan het einde van hun tijdperk werden drij vervliegtuigen aan boord met argwaan ontvan gen. Vaak leende de zee of het weer zich niet voor een vlucht en vliegtuigen waren immers met de zeer brandbare benzine potentiële brandhaarden. In geval van een vijandelijke actie werden zij daarom vaak thuis gelaten of gelanceerd en zelfs in enkele gevallen uil nood overhoord gezel. In de Tweede Wereldoorlog werden drijvervliegtuigen toch nogal eens inge zet. zeker door de Japanners. Aan het eind van die oorlog waren de drijvervliegtuigen, gezien hun geringe effectiviteit, bij een groot deel van de geallieerde schepen met hun katapullinslal- latie en bijbehoren verdwenen. Enige 'hoorddrijvervliegtnigen' De Britse Marine had door de jaren heen een groot aantal 'floatplanes' in haar bestand, waar voor speciaal moederschepen werden ingericht. Een groot deel van die vliegtuigen was eerst van een gemengde Imizen/doek constructie en met wielonderstel ontworpen, waarvoor later de drij vers in de plaats kwamen. Na 129 stuks van de Fairey Flycatcher in de jaren twintig kwam de Fairey IIIF (350 gebouwd, met een 575 pk lijnmotor), een tweedekker met een bemanning van drie. Hij kwam tol 1936 als verkenner met wielonderstel in 1928 aan boord van nagenoeg alle Britse vliegkampschepen en was in diezelf de periode, voorzien van drijvers, ook aan boord van slagschepen en zware kruisers. De wat lich tere. maar met wat hetere prestaties Fairey Seal (91) volgde de 11TF op aan boord van de 'carriers*. Met drijv ers was hi j ook a/b van ande re zware schepen. Fairey IIIF De Hawker Osprey (129 met een lijnmotor van 690 pk) was vanaf 1931 tol 1940 in dienst, had twee drijvers, en een bemanning van twee. Ilij zou op hel water dociel zijn en was zeer wendbaar. In 1933 kwam de Fairey Swor«lfish(2391met 690 lol 750 pk stermotor) die een legendarische naam in de Tweede Wereldoorlog kreeg door zijn operaties vanal vliegkampschepen. Zo n 150 werden uitgerust Swordfish op drijvers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 2001 | | pagina 20