torige Bristol 206, Fairey, de Sud Aviation SI21. de Nord A.S.M. 40. de Avro 745 en de Breguet 1150. In de avond van 7 juli resteerden de Avro 745. de Breguet 1150 en de Nord A.S.M. 40. De group of experts vroeg van dit drietal een volledige presenta tie, die op 16 september tot en met 18 september geschiedde. De Nord viel meteen af, deze was te zwaar. Van de alle ontwerpen bleven die van Breguet, de 1150 en die van A.V. Roe overeind. Hoewel A.V. Roe de grootste ervaring had op het gebied van MPA- vliegtuigen en het ontwerp het meest aansprak, werd dat niet gekozen. De Nederlandse deskundigen onder leiding van prof. dr ir Van der Maas consta teerden een kardinale fout in de berekeningen. Daar afgesproken was niet na inlevering dergelijke grote wijzigingen aan te brengen, werd unaniem de Breguet 1150 gekozen, hoewel de honingraatcon structie, bedoeld om gewicht te besparen, nader onderzocht diende te worden, terwijl ook de samen werking met andere landen nader diende te worden gepreciseerd. René Bloch, technisch officier bij de Franse marine had als Voorzitter van het Steering Committee (in het Frans Comité Directeur) zich op uiterst bekwame wijze ingezet alles op één lijn te krijgen. Op 21 oktober 1958 werd de keuze van de Breguet 1150 in de NAVO nader bevestigd, die later als Atlantic door het leven zou gaan. Uniek van de Br. 1150 was dat het navigatiecompartiment het cen trum van operaties werd en dat daar de comman dant moest toeven en niet, zoals toen gebruikelijk was, de commandant in de cockpit zat. Het wapen compartiment had zodanige afmetingen, dat niet alleen diverse wapens konden worden meegevoerd, doch dat er ook eventueel plaats was voor een reser vemotor, waarmee het 'self-supporting' aspect werd bevorderd. Dat de plannen niet lekten kwam, omdat slechts het hoofd van een delegatie in nauw verband stond met zijn chefstaf en hij de enige was, die eventueel naar buiten mocht optreden. Hoewel de media nieuwsgierig waren, werd ook van die zijde terug houdendheid getoond, hoewel de Soviet Unie in alle opzichten zich van het project op de hoogte wilde stellen. Omdat dit het eerste grote vliegtuigproject van de NAVO was. werden in eerste instantie slechts twee prototypen door de deelnemers gefinancierd. De Group of Experts achtte haar opdracht vervuld en werd op 30 jan 1959 opgeheven om op te gaan in het Steering Committee (Comité Directeur). Intussen was voor de ontwikkeling van twee prototy pen S 19 miljoen verworven. Deelname van de VS werd afhankelijk gesteld van een 50% Europese deel name in de financiering: West Duitsland 1.225. 000.000 Ffr. België 500.000.000 Ffr, Frankrijk 3.700.000.000 Ffr, Nederland 980.000.000 Ffr en de VS 6.000.000 US Dollars. Uiteindelijk werden vier prototypen door Breguet uitgebracht, de Breguet 01 t/m 04. Het Steering Committee onder voorzitter Bloch had de opdracht het gehele project te begeleiden. Leden waren van de NAVO, de eerdergenoemde mr Bloss, van West Duitsland kltz Koch, van Frankrijk schout bij-nacht Thabaud, van Nederland schout-bij-nacht vlieger Den Hollander; van de VS schout-bij-nacht Hayward en van de industrie mr Ricard. Ieder lid had deskundigen bij zich. Voor Nederland waren dat mar Klapwijk en ir Huls van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) en van het Nationale Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium (NLR) o.a. prof. van Oostrom, voorts de marineofficieren Riethof en Leonhard en de schrijver van dit artikel, die in de werkgroep van de cockpit, van de tactische -en navi gatie apparatuur en die van de algemene indeling zitting had. SECBAT De volgende bedrijven werden in het consortium SECBAT (Société Européenne de l'Avion Breguet Atlantic) verenigd, gesticht door de acht voornaam ste industriële deelnemers en subgroepen van het project, met als projectleider Breguet voor de bouw van het vliegtuig - voor West Duitsland: Dornier en Siebel in een geza menlijke organisatie Arbeitsgemeinschaft Seeflugzeuge - voor Nederland: Fokker - voor België: ABAP Association Beige pour l'Avion Patrouilleur en Fairey - voor Frankrijk: Breguet en Sud Aviation. 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2001 | | pagina 10