Minister van defensie Den Toom hield in de minis terraad een duidelijk betoog voor de Orion, omdat militair belang niet alleen op operationeel gebied, maar ook op het gebied van inpassen in de militaire organisatie en cultuur, voorkeur had boven een poli tiek belang, maar dat er ook een Atlantisch politiek belang was gediend de Orion te kiezen. Toch werd besloten op aandringen van minister Luns 'Europees' te gaan. naar zeggen, omdat dat politiek beter paste, niet alleen tegenover Europa, maar ook om generaal De Gaulle tegemoet te komen (met wie Luns ruzie zou hebben). De plotselinge en onverwachte Nederlandse bestel ling gaf bij Breguet vanwege de snelle levertijd pro ductieproblemen, die echter werden opgelost door de Franse toezegging vier vliegtuigen van hun bestand af te staan, terwijl de Italiaanse bestelling van 18 Atlantics de productie weer verder op gang bracht. De Atlantic I bij de MLD Vn choix plus ou moin forcé' De teleurstelling dat geen Amerikaans product was gekozen, werd van de zijde van Materieel niet onder stoelen of banken geschoven. Dat was ook 'in het veld' het geval. Aan de andere kant bleek bij 321 squadron, weer in augustus 1969 opgericht voor de Atlantic, de oude spirit uit de oorlog van 'Never a dull moment, we'll fix it', niet uitgeblust. De Franse Marine gaf alle medewerking. Op de Franse basis Nimes Garons werden technici en bemanningen klaar gemaakt om met deze vliegtuigen te opereren, doch een groot struikelblok werd en bleef dat alle boekwerken in het Frans, of slecht Engels werden geleverd. Dat betekende vertalers vinden, en lessen in het Frans, hetgeen vanzelfsprekend vertragend werkte. Met de aanvoer van reservedelen en grond- uitrusting ging het in de beginjaren vaak mis, tot dat uiteindelijk CIGMA beter begon te opereren. Nederlandse functionarissen hebben daarin een groot aandeel gehad. Op het marinevliegkamp Valkenburg moesten intus sen de nodige bouwvoorzieningen worden getroffen, die niet helemaal vlot verliepen. Voorts diende het personeel, voornamelijk afkom stig van Tracker boordsquadrons, te worden geschoold om in het squadron 321 de Atlantic, bij ons bekend als SP-13A, te bemannen. Op 26 juni 1969 werd de eerste Atlantic de '253' op Nimes Garons door minister van defensie Den Toom overgenomen. Door allerlei al eerder geschetste pro blemen vond de eerste vlucht van een Atlantic bij 321 vanaf Valkenburg pas begin september 1969 plaats. De berg van tegenvallers werd nog eens vergroot toen corrosie in de honingraatconstructie werd gevonden, met gevolg dat vliegtuigen aan de grond bleven om voor $125.000 per stuk te worden gemo dificeerd. Oorzaak bleek de niet juist toegepaste methode van aanbrengen door een toeleverancier. Garanties bleken helaas niet haalbaar. Met dat al werd de Atlantic zeker door de vliegers bijzonder gewaardeerd, maar ook door de overige bemanningsleden. Mecano's met een ruim tech nisch inzicht vonden er steeds een uitdaging in. Medio 1971 tot begin 1972 werden de overige vijf Atlantics aan de sterkte van het squadron toege voegd. Het plan om uiteindelijk nog de totale sterkte op 12 te brengen, werd uiteindelijk verlaten. Een absurd plan om alvast de casco's aan te kopen, werd binnen de marinestaf meteen van tafel geveegd. Helaas bleven ongevallen niet uit. Op 15 augustus 1973 moest de '257' een geslaagde noodlanding op zee bij Wassenaar maken door het losraken van een bout in het stuurmechanisme. Het bleek een overko- menlijke fout te zijn. De Atlantic kreeg er echter ten onrechte een stigma bij. Het toestel bleef drijven en werd naar Den Helder gesleept, hetgeen alom bewondering wekte. Het was bewijs van de gedegen constructie, waarbij gebruik was gemaakt van een romp met 8-vormige spanten, waarbij het bovenste deel de drukcabine vormde. Bij oefeningen begon de Atlantic zijn operationele mogelijkheden duidelijk te tonen. Doch helaas sloeg voor de '253' op 14 sep tember 1978 het noodlot toe. toen een motorstoring een landing op zee, zonder persoonlijke ongeluk ken, noodzakelijk maakte. De Atlantic leek 'accident prone' te worden, toen in januari 1981 de '255' tij dens een oefening stuurproblemen kreeg en in een ruwe zee een landing moest maken. Het toestel brak door de harde landing en bleef even drijven, doch drie van de twaalf leden van de bemanning konden in de kolkende ijskoude zee niet meer in het red dingsvlot komen en kwamen om. 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2001 | | pagina 16