1941 kwamen de eerste machines in gebruik nadat
ze op Andir (Bandoeng) waren geassembleerd. Bij de
ML-KNIL had een jachtvliegtuigafdeling een sterkte
van 12 toestellen, verdeeld in drie 'patrouilles' van
vier toestellen, en de 24 Interceptors werden daarom
ingedeeld bij twee op 1 maart 1941 opgerichte nieu
we afdelingen, n.l. de 2e Afdeling Jagers, kort daar
na omgedoopt tot 2e Afdeling van Vliegtuiggroep IV
(2-V1G.IV; de le Afdeling hiervan vloog Curtiss Hawk
75's) en de 3e Afdeling Jagers, die de le Afdeling van
Vliegtuiggroep V (1-V1G.V) zou worden. Beide afde
lingen gebruikten de Interceptors op Andir
(Bandoeng) gezamenlijk in 'pool' voor oefening van
de meestal pas gebrevetteerde vliegers.
Aanvankelijk openbaarden zich nog wat kinderziek
ten bij de CW-21. waaronder lekkage van de vleugel
tanks, waardoor benzine in de wielruimte kon drui
pen met resulterend brandgevaar. Ook had men last
van moeilijk startende motoren wegens 'vapor-lock'
(dampbelvorming in de benzineleidingen) als de kist
lang in de zon stond. Op 1 juni verhuisde de 3e
Afdeling (1-V1G-V) met 12 kisten naar Semplak bij
Buitenzorg. Daar maakte Vaandrig Dekeling de eer
ste crash met een CW-21. Door te hard remmen
sloeg hij over de kop en verwierf zich daarmee de
bijnaam 'duikeling'. De afdeling 1-V1G.V werd vanaf
juli 1941 met Brewster Buffalo's uitgerust en alle
Interceptors werden daarna bij V1G.IV ingedeeld, die
sinds januari 1941 het nieuwe vliegveld Maospati bij
Madioen (Oost-Java) als thuisbasis had.
Kort na aankomst op Maospati moest de afdeling 2-
V1G.IV haar eerste verlies incasseren. Vaandrig
Joustra van 1-V1G.V, die op 2 juli 1941 een kist uit
Semplak overvloog, wilde even zijn kunsten tonen
en raakte de grond, met dodelijke afloop. De
Interceptorvliegers besteedden de komende maan
den aan veel oefenvluchten. Af en toe deed de
Marine oefenaanvallen op Madioen met Dornier 24
vliegboten, waarbij Hawks en Interceptors om beur
ten als escorte en verdediging optraden. Maandelijks
was er ook een grote luchtalarmoefening, waarbij
Glenn Martins aanvielen. Heel infrequent werd
lucht-lucht schieten beoefend met een Glenn Martin
WH-2 doelsleepkist die tot de IVe Groep behoorde.
Voor het schieten op gronddoelen vloog men naar
Semarang op Midden-Java. Hierbij bleek dat er veel
kruitdamp in de cockpit bleef hangen zodat de cock-
pitkap op een kier open moest worden gehouden.
Pas in december 1941 is hiertegen een afdoende
extra-ventilatie ingebouwd. Wegens het beperkte
vliegbereik werd de Interceptor niet ingezet voor
detacheringen naar Borneo en Sumatra.
De oorlog breekt uit
Eind 1941 was de spanning met Japan zodanig opge
lopen dat op 30 november de ML-KNIL werd gemobi
liseerd. 2-V1G.IV had op dat moment een sterkte van
17 kisten en 14 vliegers, plus een Lockheed Lodestar
voor personeelsvervoer. De rest van de toestellen
stond bij het Depot in Madioen. De Afdeling werd op
9 december verdeeld over Andir (bij Bandoeng in
West Java) en Tandjong Perak (bij de marinebasis
Soerabaja, Oost Java). Twee patrouilles met negen
kisten, onder afdelingscommandant le luitenant
Anemaet en 2e luitenant Kingma vlogen naar Andir,
de derde patrouille met vier kisten onder le luite
nant Bedet ging naar Perak.
Aanvankelijk was er niet veel te doen, de oorlog was
nog ver weg van Java en men hield zich voorname
lijk bezig met oefenalarms. Op 15 december verhuis
de de negen Interceptors op Andir naar Tjililitan bij
Batavia.
De 'CW-357' wordt ingepakt voor verscheping op
23 oktober 1940.
foto: via Gerard Casius.
27