Vliegende start Flying Centre
in het Militaire Luchtvaart Museum
Op 10 oktober j.l. nam het
Militaire Luchtvaart Museum op
feestelijke wijze het Flying Centre
in de Rambaldohal in gebruik.
Om ongeveer 15.00 uur werden door leerlingen van
de Carolusschool in Soesterberg en de
Comeniusschool uit Zeist, onder de muzikale bege
leiding van het tamboerkorps van de Koninklijke
Luchtmacht, de adjudant vlieger Moers en zijn ser
geant boordmonteur Vroom van Pandemonia
Science Theater onthaald. Zij beiden landden met
een Alouette helikopter van de Koninklijke
Luchtmacht op het buitenterrein van het Militaire
Luchtvaart Museum. De vlieger en zijn boordmon
teur namen de leerlingen mee naar het Flying
Centre om ze alles over de helikopter, hun werk en
belevenissen te vertellen. De voorstelling vond plaats
in en rondom de Alouette III helikopter die opge
steld staat in het Flying Centre. Na de voorstelling
speelden de leerlingen van de beide basisscholen
zelf de hoofdrol. Zij gingen als eersten 'test vliegen'
met de modelvliegtuigen en de verschillende dis
plays die opgesteld staan in het Flying Centre.
De officiële opening van het Flying Centre vond
vanaf 15.30 uur plaats in de Snijdershal van het
Militaire Luchtvaart Museum. De opening van het
Flying Centre geschiedde door Commodore G.
Slierendrecht, toekomstig directeur van de Directie
Personeel van de Koninklijke Luchtmacht. Tijdens de
bijeenkomst werd voorts het woord gevoerd door
Henk Tennekes, auteur van het internationale stan
daardwerk, De wetten van de vliegkunst. Over stijgen,
dalen, vliegen en zweven.
Het Flying Centre richt zich speciaal op de jongere
bezoeker en scholen. Op interactieve wijze wordt
inzicht verschaft in de natuurwetten van het vlie
gen en de toepassing daarvan bij de constructie van
vliegtuigen. Ook kunnen bezoekers hier kennis
maken met de trainingsmethoden waaraan vliegers
en aanstaande vliegers worden onderworpen.
Het Flying Centre is vanaf 11 oktober van 13.00u tot
16.30u geopend voor alle bezoekers van het museum.
Vanaf februari 2002 zijn voor scholen in het basison
derwijs ondersteunende educatieve pakketten beschik
baar.