7SLI Een schoolklas in het MLM 'the day after' Op dinsdag 11 september ga ik ver na middernacht naar bed. Ik ben bang dat ik de slaap niet zal kun nen vatten. Als elk weldenkend en weivoelend mens ben ik verbijsterd: de televisiebeelden tuimelen in mijn hoofd over elkaar heen. Me van de ene zij omdraaiend op de andere, speelt er nóg een gedach te door me heen: de volgende morgen moet ik groep 8 van de Chr. basisschool "De Ark" uit Schipluiden in het MLM rondleiden. Wat moet ik zeggen, wat moet ik zwijgen? Ik weet het niet en ik zal het tot op het laatste ogenblik niet weten. Woensdagmorgen 12 september. Een opgewekte groep elfjarigen arri veert per fiets. Ze brengen als introductie op het laatste (basis)schooljaar een weekje in de omgeving door. Wanneer ik hen verwelkom met de medede ling: "Ik ontvang jullie in dat mooie vliegtuig daar" (de F-27), zit de stemming er meteen goed in. Dat lijkt hun wel wat. Erheen lopend vraag ik de direc teur van de school: "Wat weten ze van wat er giste ren is gebeurd?" "Ik heb het hun wel verteld, maar niet zo dat ze er angstig door zouden kunnen worden". 'Dat lijkt me wel een verstandige benadering", antwoord ik. "Maar ik vind niet dat ik maar moet doen alsof er niets is gebeurd. Temidden van die vliegtuigen hier zal ik er toch iets over moeten zeggen". Het hoofd der school laat dat aan me over; ik weet dat hij door z'n jaarlijkse bezoeken aan het museum met een nieuwe groep 8 vertrouwen in me stelt. Ik moet maar afwachten wat me invalt. Als alle kinderen zit ten, ontsnapt me een lichte zucht. "Jullie weten wat er gisteren is gebeurd. Iets heel ergs" Ja. dat weten ze. "Er zijn twee vliegtuigen tegen hoge torens in New York gevlogen". "Wie hebben dat gedaan?" "Kapers." Bij die zakelijke informatie blijft het. Ik moet het ook maar wat zakelijk houden, overweeg ik. Maar - schiet het door me heen - de kinderen moeten toch wel beseffen dat zich iets onvoorstel baars heeft afgespeeld. "Het zou best eens kunnen zijn dat jullie het je over zestig jaar - dan zijn jullie net zo oud als ik nu - nog goed herinneren. Dan zeg gen jullie misschien wel tegen jullie kleinkinderen" - om die gedachte moeten ze glimlachen -: "Ik weet het nog goed; de volgende morgen gingen we met onze klas naar een museum. Zaten we ineens zelf tussen de vliegtuigen. Oorlogsvliegtuigen nog wel". Hoe nu verder? Ik mag niet dramatisch worden. Ik vraag: "Hoe zou het nu precies gebeurd zijn?" Ik ver tel de klas dat rechtuit vliegen naar een bepaald doel niet zo vreselijk moeilijk is; de moeilijkheid schuilt in de start en de landing. Maar je moet ook kunnen navigeren, de koers kunnen uitzetten. Wie zou dat hebben gedaan; zouden de piloten daartoe zijn gedwongen en zouden de kapers daarna het stuur hebben overgenomen? Wie zal zeggen wat er zich in de cockpit heeft afgespeeld". Vervolgens ver tel ik wat over de 'zwarte doos'. Een paar jongens hebben daar wel eens van gehoord. Tja. dat de 'zwar te doos' rood is. vinden ze ook wel vreemd. Dan ver tel ik dat je 'black box', eigenlijk moet vertalen met de "doos van Black'. Want ene meneer Black heeft 'em ontwikkeld. Van het gezicht van de directeur lees ik af: Toch wel een interessant weetje voor ze". Voor de tweede keer: hoe nu verder? "Tja, en nu zit ten we zelf in een vliegtuig. En om ons heen: alle maal oorlogsvliegtuigen. Maar gisteren hebben we 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2001 | | pagina 8