Rede van Prof. Ir H. Tennekes Uitgesproken ter gelegenheid van de opening van het Educatie Centrum in de Rambaldo-hal op 10 oktober 2001 Dames en heren, het Militaire Luchtvaartmuseum is mijn favoriete museum. Ik zou niet weten hoeveel vrienden en kennissen ik over de jaren heb meegesleept naar Soesterberg. Sinds 1997 geef ik regelmatig cursussen in het kader van het Hoger Onderwijs voor Ouderen; mijn cursisten beschouwen hun excursie naar Soesterberg steevast als het hoogtepunt van hun studieseizoen. En ze geven hun ogen goed de kost. Een cursiste uit Oss vroeg me dit voorjaar: gebruiken ze voor een F-16 nog steeds klinknagels? Kan dat niet moderner? En al die rare schroeven rondom de inspectieluiken, is dat niet veel te veel werk? Waarom heeft de Thunderstreak stukjes hout aan de vleugelpunten? En die Starfighter, dat lijkt wel een vliegende bom, net als die V-l in de vorige hal... Als amateur-rondleider door het museum ontdek je zo dat mensen op allerlei verschillende manieren naar de collectie van het MLM kunnen kijken. Voor velen is het een bedrijfsmuseum, waar ze hun kinderen en kleinkinderen kunnen bijpraten over hun jaren bij KLu of MLD. Voor anderen is het een museum voor oorlogsgeschiedenis: wat was precies de rol van de Spitfire in de Slag om Engeland, en waarom werd niet de Spitfire maar de Mustang gekozen om Amerikaanse bommenwerpers onder weg naar Duitsland te begeleiden? Wat vertelt de F- 86 over de luchtoorlog boven Korea? Waarom wordt de F-16, die toch ontworpen was voor luchtgevecht en, tegenwoordig vooral gebruikt als tactische bom menwerper? En wat is zo bijzonder aan de B-25 die hier achter mij staat? Weer andere mensen kijken naar het MLM als een ergonomie-museum. Hoe ver schilt de werkomgeving van een piloot uit de eerste wereldoorlog van de cockpit van een Gloster Meteor of die van een F-16. en wat zegt dat over de evolutie van maatschappelijke opvattingen over de waarde van een mensenleven? Wat moet een moderne schietstoel allemaal kunnen, en waarom is dat belangrijk? Maar ik kijk naar het MLM vooral als een geweldig compleet museum voor de wereldwijde ontwikke ling van de luchtvaarttechnologie van de twintigste eeuw. Wanneer ik deze bril opzet als ik met kennis sen of cursisten door het museum loop, gaat er een wereld voor ze open. Dan staan we bijvoorbeeld bij de B-25 hier achter mij, en vertel ik ze dat dit de eerste bommenwerper was waarin de bemanning beschermd was door pantserbeplating. En, zeg ik dan, let op het neuswiel. Dat was heel gedurfd in die dagen; Boeing durfde dat met de Flying Fortress nog niet aan. En let eens op waar de verzonken klinknagels overgaan in bolkopklinknagels; wat zou daar achter zitten? En weet je dat er van deze Mitchell liefst 9816 zijn gebouwd? Of we staan met z'n allen voor de Fokker G.l. onder de indruk van de brute kracht die het toestel uitstraalt. Dan zeg ik tegen mijn cursisten: let er op hoeveel ruimte die twee motoren van 800 pk innemen. Het frontaal oppervlak moet groot zijn, want alle cilinders moeten goed gekoeld kunnen worden. Dat zou niet lukken als ze achter elkaar zouden staan. Zou er geen slimmere manier zijn om 1600 pk in te bouwen? Draai je nu maar om, dan kun je naar de Spitfire kijken. Die heeft ook 1600 pk in huis, maar vloeistofgekoeld, in de beroemdste vliegtuigmotor die ik ken: de Rolls Royce Merlin, een VI2 met 4 kleppen per cilinder, dus 48 kleppen in totaal. Trouwens, ook 24 bougies, want dan kan er nog eens een bougie uitvallen zonder dat de motor gaat 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2002 | | pagina 10