word vrijwilligster krijgsmacht. Dat werd nodig geacht omdat reeds enkele jaren na het einde van de Tweede Wereldoorlog Oost en West tegenover elkaar kwamen te staan en de Koude Oorlog zich aandiende. In deze periode maakten de luchtstrijdkrachten, op steeds grotere schaal uitgerust met straalvliegtuigen, een stormachtige ontwikkeling en groei door. Vanaf 1953 bestond de Koninklijke Luchtmacht (KLu) als derde zelfstandige krijgsmachtdeel naast Koninklijke Marine en Koninklijke Landmacht. Maakten de vrouwelijke luchtmachtmilitairen aanvankelijk nog deel uit van de onderafdeling Luchtmacht van Militaire Vrouwenafdeling (Milva) van de Koninklijke Landmacht, in oktober 1955 kreeg de KLu haar eigen vrouwenkorps: de Luchtmacht vrouwenafdeling (Luva). Bij het opzetten van de Nederlandse luchtverdedig ing was er in de jaren *50, met name bij de grondge bonden eenheden, zoals het Meldings- en Gevechtsleidingsstelsel, een grote behoefte aan vrouwelijk personeel. Telexiste, codiste en centraliste Vrouwelijke militairen bleken uitstekend te func tioneren als radarbedienster en piotster. Ook in andere disciplines en functiegebieden voldeden zij uitstekend, in sommige gevallen zelfs beter dan hun mannelijke collega's. Bij het Korps Luchtwachtdienst, de navigatiestations, de verbind ingsdienst, de inlichtingendienst, de meteorologi sche dienst en bij diverse ondersteunende functies, zoals telexiste. instructrice, grondstewardess, codiste en centraliste was veel emplooi voor vrouwelijke militairen. Overigens stonden nog niet alle functies binnen de KLu open voor vrouwelijke militairen; zij waren lange tijd uitgesloten van gevechtsfuncties, de zogenaamde combattantenfiincties, en ook bij de verschillende vliegopleidingen zou het nog jaren duren voordat vrouwen werden toegelaten. Bij de Koninklijke Luchtmacht werden de gewenste aantallen vrouwelijke militairen nimmer daad- Een wervingsposter uit het begin van de jaren '60. foto: SLH beveilig ons luchtruim in het korps luchtwachtdienst 24

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2002 | | pagina 24