Voor donderdag 11 september 1919 had het ELTA- comité een Nederlandse Militaire Stervlucht georga niseerd. Soesterberg was met zeven Rumpler verken ners en twaalf Spijkers hierin bijzonder sterk verte genwoordigd. De Marine-deelneming bestond uit slechts vier Spijkers, de C.14 t/m C.17. Ook nu lag het in de bedoeling drie tevoren bepaalde parcoursen te vliegen, waaraan bovendien nog een behendigheids element was toegevoegd. Voor de navigatie-uitoefe- ning hadden alle deelnemende toestellen een waarnemer aan boord. Van de 23 deelnemers aan dit gebeuren moesten zes toestellen en één Marine Spijker de strijd voortijdig opgeven. Temidden van dit Soesterbergse geweld sloeg de Marine uitein delijk géén slecht figuur. LTZ Gauw eindigde op de vierde plaats. Doorman als vijfde en Schmidt Crans arriveerde als zesde in de puntenklasse aan de eind streep. Bij de speciaal voor de navigatiekennis uit geschreven wedstrijd vielen de Marine-waarnemers niet in de prijzen. Zij moesten hun meerdere in hun Landmachtcollega's erkennen. Op zichzelf was dit niet zo verwonderlijk, aangezien de Landmacht met afgeoefende en gebrevetteerde waarnemers boven een voor hen bekend gebied vloog en daardoor in feite aan een thuiswedstrijd deelnam18. De Marine waarnemers waren van origine vlieger, aangezien in 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2002 | | pagina 16