series gebouwd (53-8273 t/m 53-8367 en 55-4811 t/m
55-4936). Uit deze laatste serie ontving de
Koninklijke Luchtmacht 6 toestellen. Daarnaast
leverde Fiat 4 toestellen aan Noorwegen. 60 aan
Frankrijk. 88 aan West-Duitsland en 63 aan Italië.
"All-weather" capaciteit
voor de Koninklijke
Luchtmacht
In de oorspronkelijke plannen van de Koninklijke
Luchtmacht uit 1948 ging men uit van vier nacht-
jagersquadrons voor de luchtverdediging. Men ging
ervan uit, dat deze squadrons zouden worden uit
gerust met de nog uit de Tweede Wereldoorlog stam
mende Mosquito-nachtjager. Daar men al spoedig
tot het inzicht kwam, dat deze toestellen niet meer
waren opgewassen tegen met straalmotoren aange
dreven jagers en bommenwerpers, werd naar alter
natieven uitgekeken. In de loop van 1950 werd met
België een principe-overeenkomst bereikt om de uit
de Gloster Meteor ontwikkelde tweepersoons
NF.Mk.ll nachtjager bij Fokker in licentie te laten
bouwen. Doordat België, i.v.m. productieachterstand
bij Fokker, rechtstreeks in Engeland onderhandelde
over de levering van haar Meteor nachtjagers, zou
de productie in licentie voor Nederland alleen niet
meer rendabel zijn. De nieuwe chef van de
Luchtmachtstaf, luitenant-generaal Aler was inmid
dels doende om, via het MDAP, in Amerika nacht
jagers te verkrijgen, echter werden die in het kader
van het MDAP nog niet verstrekt. Pas in het
Amerikaanse belastingjaar 1953 zouden nachtjagers
voor verstrekking via het MDAP in aanmerking
komen.
Na diverse onderhandelingen was de uitkomst, dat
Nederland 48 Hawker Hunter dagjagers, die door de
Verenigde Staten zouden worden bekostigd, voor
eigen rekening zou nemen, terwijl via het MDAP 63
Sabre-nachtjagers inclusief reservedelen zouden
worden geleverd.
Op 1 augustus 1955 werd op Soesterberg het 700
Squadron opgericht, het eerste all-weather inter-
cepter (AWX) squadron. Het personeel was groten
deels afkomstig van het per diezelfde datum opge
heven 328 squadron. Daar tot dan toe bijna alle "all-
weather" jagers tweezits toestellen waren, bemand
met een vlieger en een radaroperateur, leefde men
in de veronderstelling dat ook de KLu daarmee zou
worden uitgerust. In afwachting daarvan begon het
squadron te vliegen met een drietal tweezits Meteor
T.Mk.7's. Nadat de beslissing gevallen was en
Nederland in het kader van het MDAP eenzits North
American F-86K Sabres verkreeg, verviel de noodzaak
radaroperateurs op te leiden. Op 1 oktober 1955
kwamen de eerste Sabres per schip aan in
Rotterdam. De meeste toestellen arriveerden per
vliegdekschip de Tripoli of de Corregidor, waarbij ze
in cocon verpakt op het vliegdek stonden. 4s Nachts
werden de toestellen over de weg getransporteerd
naar de vliegbasis Ypenburg, waar ze door Aviolanda
werden nagekeken en vlieggereed werden
afgeleverd. De eerste twee F-86K's werden op 8
december 1955 door 700 Squadron in dienst
genomen. In augustus 1956 was 700 sqn volledig uit
gerust met de F-86K Sabre en vloog het operationeel
vanaf de vliegbasis Soesterberg.
Op 1 juni 1956 werd 701 AWX squadron op
Soesterberg opgericht. Spoedig na de oprichting
Een duidelijk beeld van de kanon
bewapening van de TC". Ook is een
Sidewinder air-to-air raket onder
de vleugel te zien.
18