Tijdens de openjjafTvan de Koninklijke Luchtmacht in juli 1973 op Deelen was de pas gearriveerde Italiaanse 53-8305 in Nederlandse Kleuren te zien. toestellen voorzien van een squadron registratie: 700 AWX 6A- met de squadronkleur rood 701 AWX Y7- met de squadronkleur geel 702 AWX ZX- met de squadronkleur blauw Slechts een korte periode hebben de "K"'s met de squadron registratie gevlogen: na 1 oktober 1959 werden deze weer verwijderd en vervangen door de vliegtuig registratie "Q" gevolgd door de laatste drie cijfers van het Amerikaanse "fiscal year number". Door de zeer snel voortschrijdende techniek in de vijftiger jaren verouderde een vliegtuig snel en ook de F-86K diende bij de blijven. Vanaf 1960 werd een modificatie programma uitgevoerd. De spanwijdte werd met 60 cm vergroot en het vleugelprofiel werd verscherpt door het aanbrengen van verbeterde "slats" aan de vleugelvoorrand. waardoor een betere manoeuvreerbaarheid op grotere hoogte werd bereikt. Tegelijkertijd werd de bewapening aan merkelijk verbeterd door het aanbrengen van lanceerrails, zodat de K kon worden uitgerust met de AIM-9B Sidewinder, een infra-rood geleide air-to- air raket, waarvan er twee konden worden meegenomen. Het einde van de Kaasjager Helaas heeft de "Kaasjager" daarna nog maar kort dienst gedaan bij de Koninklijke Luchtmacht. Als gevolg van de naderende komst van de Lockheed F-104G Starfighter werd op 1 april 1962 als eerste 702 squadron opgeheven, op 1 juli 1963 gevolgd door 701 squadron. Als laatste squadron werd op 1 juli 1964 700 squadron opgeheven. Kort daarna vertrokken de laatste "Kaasjagers" van Twenthe naar hun bakermat, de vliegbasis Soesterberg, waar deze mooie kist een roemloos einde wachtte: de sloop. Acht Sabres ontkwamen dit lot: de (£249. 256, 261, 275, 288, 292, 297 en 315 kregen een tweede jeugd in dienst van de Aeronautica Militare Italiana, de Italiaanse luchtmacht. Veertien Sabres moesten door ongevallen worden afgeschreven waarbij helaas verschillende vliegers omkwamen. De (£283 is op Twenthe gebleven en 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2002 | | pagina 20