De Sikorsky S-51 "Jezebel" van de MLD na landing op één van de weinige horizontale plaatsen op Saba. (fotoR. Idzerda via G. Casius). Het eiland Saba is het kleinste van de Ned. Antillen. Het is in feite de top van een - waarschijnlijk? - dode vulkaan die steil uit de Caraibische zee opreist; een horizontaal stukje land is er bijzonder zeldzaam. Al in 1939 oordeelde een manager van de KLM na onder zoek ter plaatse dat het onmogelijk was om op Saba een vliegveldje aan te leggen. Het isolement van het eiland werd tot de jaren 60 slechts doorbroken door een zeilschoener die af en toe het eiland aandeed. Toch hadden de Sabanen al het nodige van de lucht vaart gemerkt. Door zijn markante silhouet was het eiland een goed navigatiepunt voor overvliegende toestellen en Pan American Airways had een radioba ken boven op Saba's hoogste top gezet. In de tweede wereldoorlog vlogen patrouillerende Amerikaanse marinevliegtuigen uit Puerto Rico en St.Thomas regel matig over het eiland en er had zich hierdoor een soort langeafstand-vriendschapsrelatie ontwikkeld tussen de Sabanen en de marinevliegers, die vaak heel laag over het eiland vlogen en kranten en tijdschriften uitgooiden. De aanleiding hiervoor was o.a. een artikel over Saba dat in november 1940 in het National Geographic Magazine was verschenen met intrigerende verhalen over een overschot aan mooie blonde meisjes dat er woonde. Het verlangen naar een ontmoeting was wederzijds zeer groot! Pas in 1946 kregen de Sabanen van dichtbij een vlieg tuig te zien. Het was een Vought OS2U Kingfisher drijvertoestel van de Compagnie Aérienne Antillaise (CAA), een "wilde" maatschappij die opereerde van Frans St. Maarten. Het landde in Fortbay, het enige min of meer rustige stukje water aan Saba's kust, en dit was natuurlijk een sensatie van de eerste orde. Doordat het gouvernement - terecht - geen hoge dunk had van de technische betrouwbaarheid van de toestellen van de CAA, werd de verlangde concessie voor lijndiensten niet verleend en Saba's hoop op een luchtverbinding werd niet vervuld. Het bleef bij kijken naar de verkeers- en militaire toestellen die over het eiland vlogen. In 1952 geschiedde echter een wonder, in ieder geval wat betreft de Sabanen. Hr. Ms. Vliegkampschip Karei Doorman was op een oefen reis in het Caraibisch gebied - het had o.a. de Fairey Fireflies van MLD Squadron 1 naar Curasao gebracht - en passeerde in de buurt van Saba. Het toe val wilde dat de Gezaghebber op Saba juist gezinsuit breiding had gekregen en hij wilde graag zijn baby laten dopen door een Nederlands-Hervormde domi nee, die er op het voornamelijk Anglicaans en doops gezinde eiland niet was. Daarom werd per telegram aan de Doorman verzocht of de vlootpredikant niet aan wal kon komen om de doop te verrichten. Nu had de Doorman voor het eerst een helicopter aan boord, de beroemde Sikorsky S-51 "Jezebel". Het was dus een uitdaging om de predikant met de Jezebel naar Saba te vliegen en aldus werd besloten. Vrij laat in de namiddag van 14 februari 1952 steeg de Jezebel, bestuurd door OVL Ruud Idzerda, de eerste helicoptervlieger van de MLD. op van de Doorman en zette met de Vlootpredikant koers naar de hoofdplaats van Saba, The Bottom. De naam The Bottom is een verbastering van het Zeeuwse woord "botte", hetgeen "kom" betekent en dat is een goede omschrijving van de ligging van het dorp. Het is aan alle kanten omgeven door een vrij hoge bergwand en dit nu bleek voor de S-51 een 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2002 | | pagina 22