gaande met springvloed. Het was de grootste Watersnoodramp die Nederland ooit beleefde waar bij het grootste deel van de Zuid-Hollandse eilanden en van Zeeland onder water liepen. De gehele Nederlandse krijgsmacht werd ingezet om daar waar mogelijk assistentie te verlenen. De Koninklijke Marine dirigeerde schepen en sloepen naar het gebied en het Marinevliegkamp Valkenburg werd het centrum voor vliegactiviteiten. Binnen enkele dagen werden er vliegtuigen van allerlei nationaliteiten beschikbaar gesteld om de. op Valkenburg gevulde, zandzakken boven het overstroomde gebied af te werpen. Ook de Jezebel werd, toen het weer het toe liet, ingezet. 'We wilden van meet af aan vliegen maar de harde storm maakte dit onmogelijk. We hebben op zondag 1 februari nog geprobeerd om vanuit de hangar te starten met de rotorbladen in werking, maar ook dat lukte niet want zodra we met de neus van de heli buiten kwamen werden we al door de loeiende storm gepakt. Mijn grootste zorg was dat de bladen zouden doorzwiepen en tegen de staart zouden slaan en dan konden we het helemaal vergeten. Op 2 februari konden we aan de slag en de eerste vlucht maken.' De Jezebel opereerde met twee crews vanaf de vliegbasis Woensdrecht. Luitenant-ter zee vlieger Idzerda vloog met collega jachtvlieger Mulder en luitenant-ter-zee vlieger Schwartz vloog met sergeant-mecano Bogert. De hijslier van de Jezebel liep na de derde redding vast en moest op Woens drecht worden gerepareerd. Desondanks haalde Idzerda die dag nog 31 mensen uit hun benarde posi tie. 'We beperkten ons tot de echte crepeergevallen en dan hebben we het over de mensen die zich in bomen en op daken bevonden of op het punt ston den te verdrinken.' In totaal werden door beide crews in drie dagen meer dan 100 mensen gered. Primeur bij de reddingsoperatie was de sling. Dit was een grote lus van stevig parachute band die binnen de kortste keren, naar ontwerp van Bogert, door de para chutepakkers van Valkenburg werden gemaakt. Op deze band, voorzien van een stalen oog, die aan de haak van de lier werd bevestigd, stond de tekst: ONDER DE OKSELS. 'Of een drenkeling het ooit heeft gelezen, weet ik niet maar de sling heeft ons goede diensten bewezen', zegt Idzerda tenslotte over zijn activiteiten tijdens de Watersnoodramp. Vanaf september 1953 werd de taak van plane guard voor de Doorman, overgenomen door de Sikorsky S-55. Een veel grotere en zwaardere machine dan haar voor ganger. De Jezebel werd op 24 april 1959 afgevoerd. De Sikorsky H04S-3 (S-55) waarvan er drie stuks (H-2, H-3 en H-4) in 1953 in gebruik werden genomen. Sikorsky (S-55) H04S-3 (UH-19F) Op 9 september 1953 verkreeg de MLD drie Sikorsky (S-55) H04S-3 (militaire registratie UH-19F) helikop ters uit het Mutual Defence Assistance Program (MDAP) van de Verenigde Staten. Ze kregen de 'vor stelijke' namen Salome (H-2), Cleopatra (H-3) en Delilah (H-4) met als voornaamste taak plane guard aan boord van het vliegkampschip Hr.Ms. Karei Doorman (R81). De helikopters waren ingedeeld bij vliegtuig squadron 8. Het opereren met heli's was nog steeds in een experimenteel stadium. Bij onvoldoende zicht kon er niet gevlogen worden. Instrument vliegen was er toen nog niet bij, want dat werd als gevaarlijk beschouwd. In technisch opzicht was het een zeer bewerkelijk toestel en had het de nodige zwakke punten. De fabriek liet dan ook de ene modificatie volgen op de andere. De vliegers moesten constant op hun qui vive zijn om ongelukken te voorkomen. Kortom een zorgenkindje. Desondanks heeft de S-55 wel de eerste redding met een helikopter voor de Nederlandse kust op haar naam staan. Dit gebeurde op 13 januari 1955 toen de Noorse vrachtvaarder 'Gatt' bij een westnoordwes ten storm op de keien van de zuiderpier van Hoek van Holland was gelopen. De Doorman was onderweg naar de Golf van Biskaje en bevond zich op ongeveer 15 mijl van de plaats des onheils. De vliegers P.M. van der Wel. B. Gottschalk en mecano Arie Krauwel werden die ochtend rond een uur of acht met de Delilah naar Hoek van Holland gedirigeerd. De situatie verslechterde met de minuut doordat de golven in de twintig meter ruimte die men had tus sen het schip en de zuiderpier. steeds hoger werden. Om negen uur landde de Delilah op een terrein ach ter de seinpost van Hoek van Holland. Na een korte 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2003 | | pagina 18