briefing van enkele vertegenwoordigers van de red
dingsmaatschappij werd er naar de Gatt gevlogen.
De zestien bemanningsleden werden in vijf vluch
ten van boord gehaald. De gehele operatie duurde
niet meer dan een half uur wat. gelet op het zeer
slechte weer. een bijzondere prestatie was. De eerste
redding voor de kust met een helikopter was een
feit. Er zouden er nog zeer vele volgen. Zeker als
plane guard hebben de S-55 helikopters hun diensten
bewezen. Niet minder dan vijf vliegers zijn uit hun
geditchte vliegtuigen gered. Eén van de reddingen
vond plaats op 17 februari 1954 toen de toenmalige
luitenant-ter-zee vlieger H.J.E. van der Kop met zijn
Hawker Seafury vanaf de katapult van de Doorman
voor de boeg van het schip in zee terechtkwam.
Oorzaak was een vroegtijdig gebroken ring van de
katapult. Van der Kop werd met zijn kist letterlijk
gekielhaald en kwam achter het schip ook niet
meer bovenwater. Mecano Arie Krauwel sprong van
uit de heli in zee en zag kans om Van der Kop van
de verdrinkingsdood te redden. Met achterlating
van Arie Krauwel werd de vlieger door de heli opge
hesen en naar de Doorman gebracht. Krauwel werd
later door de tweede heli uit het water gehaald. De
dubbele hijsmethode werd toen nog niet toegepast.
Tot aan de uitdienstelling zijn twee S-55 helikopters
verloren gegaan, waarbij mensenlevens te betreuren
waren. De Salomé werd in december 1963 van de
sterkte afgevoerd.
Sikorsky (S-58) HSS-1N (SH-34J
en UH-34J)
De Marineluchtvaartdienst had van 1960 tot 1972,
De Sikorsky SH-34J (S-58) als 'Plane Guard', foto: IMH
twaalf helikopters van het type Sikorsky (S-58) HSS-
1N in gebruik, die later als type aanduiding kregen:
SH-34J en UH-34J. Nederland was daarmee het eerste
land buiten de Verenigde Staten dat deze helikopter
in gebruik nam. die op twee na zijn verkregen uit
het MDAP. De SH-34J was ingericht als onderzeeboot-
bestrijdings helikopter met een dipping sonar en ope
reerde voornamelijk vanaf de Doorman, waar ze ook
dienst deden als plane guard. Vanaf de thuisbasis, het
Marinevliegkamp Valkenburg, werden ze ook inge
zet voor de Opsporings en Reddingsdienst (OSRD).
Nieuw was ook dat met deze helikopter zowel 's
nachts als overdag op instrumenten kon worden
gevlogen. De bemanning bestond uit twee vliegers,
een waarnemer en een onderzeebootverkenner. Als
bewapening kon een torpedo worden meegevoerd.
Op het gebied van reddingen heeft de S-58 weinig
spectaculaire reddingen op zijn naam staan. Het
aantal verliezen was daarentegen veel groter.
Voor het starten en landen van de vaste vleugelvlieg
tuigen aan boord van de Doorman, gingen de heli's
altijd als eerste airborne. In zijn rol als plane guard
hingen ze dan naast en achter het schip om in voor
komend geval een geditchte bemanning uit het
water te halen. Waren de kisten gestart of geland,
dan keerden de heli's weer terug aan dek. Dat heli
kopters ook kunnen ditchen bleek op 31 januari
1963 toen squadron 8 in één klap twee helikopters
verloor. Luitenant-ter-zee N. van Dam was op die dag
ter hoogte van Gibraltar bezig met het afregelen van
de Sonar van de 140. Hij kreeg een motorstoring en
moest een ditch maken. De 145, met als vliegtuig
commandant luitenant-ter-zee J. Bezemer, schoot te
hulp om Van Dam en zijn crew uit het water te
halen. Hij kreeg problemen met het vermogen van
de motor en moest in de nabijheid van de 140 even
eens een ditch maken. Een derde helikopter bood
soelaas en zag kans alle onfortuinlijke bemannings
leden uit het water te halen. Dit leverde indertijd
het volgende rijmpje op.
De eerste heli in zee
Toen waren er nog maar twee
De tweede vloog er ijlings heen
Toen was er nog maar één
Niemand had het ooit gedacht
De derde redde ze alle acht
Aangezien de S-58 indertijd nog niet was voorzien
van bollen aan het landingsgestel, die bij te water
raken automatisch opbliezen waardoor de heli drijf-
vermogen kreeg, gingen de heli's bij een ditch ten
onder. Van de twaalf helikopters van dit type zijn er
19