bel met sling precies boven de drenkelingen gebracht
en werden ze één voor één opgehesen en vanwege
hun slechte toestand gelijk naar de wal gebracht. De
gehele operatie duurde 45 minuten en was de eerste
nachtelijk redding met een heli een feit. Dit zijn
slechts enkele reddingoperaties met de Bell en er zou
den nog meerdere volgen.
De laatste Agiista Bell 's werden in 1978 van de sterkte
afgevoerd. Tijdens de gebruiksperiode zijn er ook nog
een aantal gestationeerd geweest op Curasao voor het
transporteren van mariniers en SAR doeleinden. In de
loop der tijd zijn er in Nederland twee verloren
gegaan. Onlangs zijn er drie. de 220,221 en 225, terug
gevonden in Zweden en in bezit gekomen van het
Militaire Luchtvaart Museum en de Aviodome.
Een UH-14A Lynx tijdens een hijsoperatie met het zogenoem
de astronautennet. Deze werden bij reddingen zelden of
nooit gebruikt, foto: IMH
Friesland te kunnen redden, die bij de beruchte
Haaksgronden door slecht weer aan de grond was
gelopen. Tijdens de voorafgaande nacht waren de zes
bemanningsleden in een sloep gestapt. Drie van hen
sloegen over boord en verdronken. De andere drie
konden worden gered. Oorzaak van deze late redding
actie was dat de Bell's niet vlogen bij nacht en pas bij
dageraad het luchtruim konden kiezen. Voor die
keuze stonden luitenant-ter-zee vlieger Nico van Dam
en sergeant-majoor vlieger Cor Heinen ook, toen de
sleepboot Vikingbank op 18 maart 1967 tijdens een
oprijzende grondzee tijdens een sleepklus dreigde te
kapzeisen en op de Noorderpier van Hoek van
Holland te belanden. De vliegers hakten de knoop
door en zouden in eerste instantie ter plaatse gaan kij
ken. Om half twaalf die avond arriveerden ze bij volle
dige duisternis en slecht weer boven een zwaar slinge
rende Vikingbank, die negentig graden slagzij maakte.
De reddingboot Koningin Juliana van Hoek van Holland
had haar schijnwerpers op de drenkelingen gezet. Op
aanwijzing van mecano Rex Nauman werd de hijska-
Westland Wasp MK.l (AH-12A)
Van 1966 tot en met 1981 heeft de Koninklijke
Marine dertien Wasp helikopters in gebruik gehad.
Ze werden aangekocht om te gaan opereren vanaf de
Van Speijkklasse fregatten, die veel gelijkenis ver
toonden met de Britse Leanderklasse fregatten.
Voornaamste taak van de heli was het vervoeren van
een torpedo, die op aanwijzing van de commando
centrale van het fregat in de buurt van een onderzee
boot werd gedropt. Voor reddingsoperaties was de
Wasp, vanwege zijn geringe capaciteit, niet erg prak
tisch. Ze hebben nog wel enkele reddingoperaties en
medische evacuaties uitgevoerd, toen ze waren inge
scheept bij het smaldeel. Op de thuisbasis, het
Marinevliegkamp De Kooy, waar ze waren ingedeeld
bij vliegtuigsquadron 860, hebben ze nog wel stand
by gestaan voor SAR operaties. Men gaf echter veelal
de voorkeur aan tijdgenoot en grotere helikopter, de
Agusta Bell.
Westland Lynx UH-14A,
UH-14B, UH-14C en UH-14D
In februari 1967 werd tussen het Franse Aerospatiale
en de Engelse Westland fabrieken een overeenkomst
gesloten om gezamenlijk een standaardhelikopter te
ontwikkelen, die als basis moest gaan dienen voor
zowel onderzeebootbestrijding als andere doeleinden.
De Koninklijke Marine was aan vervanging van haar
helikopters toe omdat de Westland Wasp niet meer
voldeed aan de eisen die werden gesteld aan het ope
reren vanaf de fregatten van de Kortenaerklasse, die
tezelfdertijd in dienst gesteld werden en de verouder
de Agusta Bell aan vervanging toe was.
Standaardisatie stond hoog in het vaandel. Er werd
gekozen voor één type helikopter voor zowel search
22