Q getuige als hij een kip slachtte. Maar behalve bij de kippen had ik niets zien gebéuren, alleen de resulta ten. De vernielingen hadden plaats toen ik nog maar 3V: was. ik kende alleen de toestand na de oprui ming. Vanuit ons huis was van de toestand nü niets te zien. we moesten dus gaan kijken. Dat wil zeggen, lopen naar het begin van de Halsterseweg |1|. Van daar kon je in de polder kijken: schuimkoppen op golven die daar niet hoorden te zijn. Verder langs genoemde weg. We hingen nu onder een hoek van 30 a 45 gra den zijdelings geleund tegen de storm die toch enigs zins was geluwd. Hier en daar was tussen de huizen door over de polder en de toegang naar de haven heen het havenhoofd |2| zichtbaar waartegen en waar overheen nog steeds geweldige golven rolden, vanuit de nu heuvelachtige watervlakte van de Oosterschelde. Staande aan het begin [3] van de weg naar Tholen, waar die de polder in duikt, kon je in de verte o.a. de "Vossenberg" zien. een boerderij, ik meen op een terp, half ingestort. En voor je neus tus sen huizen en schuren, op een aflopend pad, tussen allerlei rommel een aangespoelde koe, op haar zij, ver dronken, twee poten stijf horizontaal gestrekt, gezwol len lijf, tong uit de mond, ogen opengesperd. Ik herin ner me geen stank, misschien was het daarvoor te koud en nog te vroeg. We gingen terug naar huis. Een 2/ tons GMS-truck. Geen nieuws - slecht nieuws. De radio meldde steeds meer doden, dijkgaten, dorpen, polders, geredden, maar ook telkens opnieuw gebieden waaruit nog niets was vernomen. Er kwamen meer berichten en nu ook verslagen over verwoesting, nood en hulp. Oproepen om hulp in diverse vormen. Later kwamen uit de stille gebieden de indrukwekkendste berichten. Iets dóen. Maandag, schooldag die geen blijvende indruk heeft gemaakt. Na de school om 4 uur had ik "naar gym" moeten gaan: daaraan had ik altijd al een broertje dood. Een perfecte reden om te spijbe len diende zich aan: wij, enkele 6e-klassers, vingen iets op over zandzakken vullen en meerijden op mili taire trucks om ze naar Halsteren te brengen. Aan de z.g. "Rijtuigweg" |Z) nabij de (nu voormalige) Wilhelmina-kazerne waren inderdaad enkele solda ten bezig met zand, schoppen en juten zakken. Geen vrachtwagen te zien. Toch maar helpen, al was het maar een zak open houden. Toen het al donker werd en de "gym" al moest zijn afgelopen kwam er einde lijk een vrachtwagen: 'n stomme 3-tonner, met zo'n in elkaar geslagen front. Diepe teleurstelling: ik had gehoopt dat er zo'n stoere 2'A -tons GMC zou zijn. Toen we tóch niet mochten meerijden was het feit dat het maar een 3-tonner was een troost, zij het een schrale. Bij thuiskomst werd mij het spijbelen vergeven. Verdwaalde helpers. Het zal misschien de volgende woensdag of zaterdag zijn geweest. Het was nogal nevelig en nog steeds koud. Ik was ergens in de buurt van ons huis, bezig met een of ander spel. Er kwam een vreemd geluid naderbij, een gemotori seerd vehikel? Aan het begin van onze straat was een braakliggend terrein (H). Daar landden even later twee helicoptères. Bell 47, glazen-bol-cabine en vak werk staartboom, net een libelle. Het bleek dat ze wilden weten waar ze waren. Een meneer heeft het ze uitgelegd en toen vertrokken ze weer. Ik had ze van korte doch eerbiedige afstand goed kunnen zien. De eerste. Geweldig! Aftocht. Hoogst indrukwekkend was het, toen we een week of zo later 's-morgens naar school gingen. De weg daarheen voerde, in plaats van over de eerder genoemde vernielde brug, via een noodbrug voor voetgangers, eventueel met de fiets aan de hand, of b.v. een step of een kinderwagen. Dat was zo omdat het te passeren watertje (de Zoom) daar nog al diep ligt met aan weerszijden een talud van zo'n 45 gra den, waarin met een minder steile helling schuin- weg enkele voetpaden (koolgruis) waren aangelegd tot ca. halverwege, waar de noodbrug |bj lag (hout, geteerd). Het pad aan de zuidzijde was het steilst. Juist toen mijn ogen ter hoogte van het wegdek kwamen naderde van rechts uit de mist een colonne 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2003 | | pagina 17