Na de tweede wereldoorlog moesten de
Luchtstrijdkrachten uit het niets worden opge
bouwd, waarbij uitzending van personeel en mate
rieel naar Nederlands Indië de hoogste prioriteit
had.
Door de grote ervaring met het Engelse materieel,
werden de Luchtstrijdkrachten direct daarmee uit
gerust. Op 4 december 1946 werd een contract met
de Engelse luchtvaartindustrie getekend, dat de
levering regelde van grondapparatuur, voertuigen,
werkplaatsen en niet minder dan 386 vliegtuigen.
Het overgrote deel hiervan bestond uit lestoestellen
voor de vliegopleiding in Nederland en een voldoen
de aantal Spitfires voor de Jachtvliegschool en één
operationeel squadron. Geleverd werden 56 Tiger
Moth's, 25 AVRO Ansons, 28 Airspeed Oxfords. 10
Percival Proctors, 150 Noorduyn Havards, 58 Austers
en 54 Supermarine Spitfires.
Vanuit Engeland werden eveneens de bij No. 1316
(Dutch) Communications Flight vliegende vier De
Havilland Dominies, vijf Lockheed 12's en een
Lockheed Hudson naar Nederland meegenomen.
Vanaf 1948 werd de slagkracht van de luchtmacht
aanmerkelijk verhoogd door de komst van de
Gloster Meteor Mk.4, waarbij de KLu voor het eerst
ervaring opdeed met straaljagers. Kort hierop werd
een aantal tweezits Meteors Mk.7 onvangen, waar
van het totaal ontvangen aantal uiteindelijk 45
bedroeg. De Mk.4 werd vanaf 1951 opgevolgd door
de Mk.8, waarvan er vijf werden geleverd door de
De Airspeed Oxford.
De Haviland Dominie werd meegenomen uit Engeland.
Op de Tiger Moth leerden veel vliegers de eerste beginselen.
8
Koninklijke Luchtmacht