Hoe de straaljagers in
Leeuwarden kwamen
21
Een Gloster Meteor Mk.4 van 323 squadron geplaatst
op Leeuwarden.
Heel hoog in de lucht kwamen de straaljagers gister
aanvliegen op het Leeuwarder vliegveld. Pas toen ze
in de zon schitterden zag men het eerste viertal. In
brede cirkels kwamen ze naar beneden; het tweede
viertal sloot zich bij het eerste aan en twee aan twee
vlogen zij over het vliegveld, waarna zij als een waai
er uit elkaar gingen. Het eerste viertal maakte zich
voor de landing gereed. Vlak voor de landingsbaan
maakten ze een scherpe bocht en toen stoven zij met
angstaanjagend gefluit en met een snelheid van
meer dan 150 km per uur de baan op. Vlak achter
elkaar. Wanneer de wielen het beton raakten, sloeg
de rook er af vanwege de wrijving. Het derde vlieg
tuig koos naar het scheen aanvankelijk de verkeerde
baan voor zijn landing. Deze baan begint vlak bij de
goede, maar loopt in een andere richting. De piloot
merkte het nog juist op tijd. Maar hij zeilde als het
ware recht op de auto's aan, die het vliegtuig nood
lottig hadden kunnen worden. Wij stonden bij deze
auto's - ambulance en brandweer - en zagen het
vliegtuig recht op ons (Jildert Zuidema en Henk van
der Molen) afstormen (snelheid naar schatting van
vlieger-officieren 300 km per uur) met een afgrijse
lijk jankend gehuil, dat op het moment dat het vlieg
tuig op een hoogte van vijf meter over ons heen
scheerde plotseling omsloeg in een diepe bastoon,
die door het hele lichaam drong en waarbij men een
sensatie heeft alsof een tandarts in een holle kies zit
te boren. Voor wij nog van de schrik bekomen waren,
sloeg een hete petroleumwalm over ons heen.
Even later stonden de glanzend witte vogels met hun
korte vleugelstompjes achter elkaar op de rolbaan.
Ze reden van Noord naar de groene hangars bij het
vroegere concentratiekamp. De talrijke bezoekers bij
het I<LM-gebouw vingen nog net een glimp van de
fluitende toestellen op. In een der hangars werden
de piloten, squadron-leader majoor-vlieger J.L.
Flinterman, de luitenants Linzel, Aertsen en Van
Gelder, sergt.-majoor Van Oord en de sergeants
Bakker, De Ruyter en Van Mil officieel verwelkomd
door luitenant-kolonel J.G. Sissingh, de commandant
van de vliegbasis en door de vertegenwoordiger van
de Commissaris der Koningin, mr. G.P.W. Hartung.
Langs de zijden van de hangar stonden militairen
opgesteld en tussen deze rijen stond majoor
Flinterman met zijn piloten. Het was een merkwaar
dige groep jonge kerels. De officieren hadden oor
logsonderscheidingen op. Vooral majoor Flinterman
had een hele verzameling, drie rijen ribbons. Hij is
een kleine stevige man. Luitenant Linzel was precies
een Engelse officier in parade-uniform. De anderen
waren in battle-dress. Luitenant Aertsen was een
boom van een kerel. De sergeants waren weef tenger.
Eén ding hadden ze bij hun verscheidenheid
gemeen, n.l. hun heldere scherpe ogen. Ter ere van
hun komst had overste Sissingh de vlag met de
geborduurde militaire Willemsorde van de militaire
luchtvaart laten hijsen.
Het officiële gedeelte van de ontvangst was na de toe
spraken voorbijhet onofficiële volgde in de officiers
mess.
Velen begaven zich 's middags nog naar het vlieg
veld: maar de Gloster Meteors vertoonden zich niet
meer.